Ingeslikt(e) blik
Het was oudjaarsavond. Ik was bij de Zwaan in Rotterdam. Het was 11 uur en wachtte tot het kwam. Alleen toen ik daar zat, met twee kennissen in de kou, voelde ik mij niet meer op mijn gemak, en verlangde naar jou. Jou, ja, diegene die ik niet ken. Ik liep naar huis tegen de menigte in. Met mijn koptelefoon, een mix die ik zelf had gemaakt, over de Vortex van Creatie en de Realiteit die ik dus maak. Recht tegen de stroom in, liep ik langs alle mensen. Vissen zwemmen nou eenmaal niet graag mee in de stroom van mensen. Dicht bij huis stak jij in je eentje over en ik dacht; Hey… Wat doet dat meisje daar alleen? Mij op het moment niet realiserende wat er toen zou volgen, is de gedachte die mij sinds dat moment zou achtervolgen. Met mijn groene koptelefoon keek ik jou aan. Ik zag een blik van wanhoop om het bestaan. Ik glimlache breed naar je, vanuit onbewuste beste intentie, maar zag eigenlijk niet echt bewust je gezicht. Het enige wat ik zag, was een blik van gemis. Een blik die ik misschien in jou zag als een reflectie van mezelf, maar ik liep door, ondanks het metafysische geweld. Ik kwam thuis en ging liggen op de bank. Het vuurwerk ging af en ik was bang. Bang dat ik dit mijzelf nooit meer zou vergeven. Het moment dat ik in jou ogen keek en mijzelf niet heb gegeven. Al was ik bekaf, liep ik toch weer terug. In overvollen straten, maar vond jou niet terug. Je ging daar zitten op het randje van de het fietsenrek. Als jij weet wie ik ben, dan ben ik niet gek.