Gesunkenes Kulturgut

Laten we wel wezen, het grappigste dat ons in 2015 is overkomen was de oudejaarsconference van Herman Finkers en hij maakt zich zorgen. Volgens hem is geschiedenis het totaal aan dingen waardoor je als mens wordt gevormd, maar tegenwoordig wordt rekenen veel belangrijker gevonden. ‘Zelfs onder studenten is de naam Goebbels lang niet meer algemeen bekend’, aldus Finkers in het NRC.
Tijdens een lange duurloop dacht ik na over het ‘gesunkenes Kulturgut’, zoals Finkers het noemde. Met mijn medehardlopers sprak ik over goede films, boeken en de menselijke fysiologie.
Na de training stond ik in een hardloopwinkel en kocht op aanraden een boekje over hardlopen, geschreven door een historicus. Thuis dacht ik nog eens na over ‘gesunkenes Kulturgut’. We vervelen ons gewoon. Wij hoeven geen brood op de plank te leggen, dat doet de bakker. We hoeven ons niet druk te maken over de kinderen, dat doen ze bij de crèche.
Ik dacht terug aan die ochtend. We liepen met vijf man langs uitgestrekte groene velden, bedekt met een glinstering van kleine witte ijsvlokjes. De felle zon scheen in onze gezichten en op de bevroren grond, waar deze nog een keer weerspiegelt werd en sprankelend terugkaatste in het niets en onze ogen.
‘Koop jij nog boeken voor je kinderen? Of een E-reader?’ vroeg ik aan de man naast mij.
‘Boeken,’ antwoordde hij, ‘mijn kinderen zijn nog jong en er staan plaatjes bij de verhalen. Ik denk dat die niet tot hun recht komen op een E-reader. Ze hebben wel allebei een iPad hoor.’
Hij past in zijn tijd, dacht ik. Kinderboeken en iPads. Herman Finkers is ouderwets, met zijn kranten. Historici zijn ouderwets. Thuis keek ik naar het hardloopboek. Jan Knippenberg, als een zwerver doorkruiste hij al rennend verschillende landen en liep hij duizenden kilometers. Like a rolling stone, dacht ik, how does it feel?
De dingen worden pas interessant als we ons niet meer kunnen verschuilen achter het doek van ons culturele theater en de beschaamde naakte lichamen die wij zelf zijn tevoorschijn komen. Het moment dat niks meer valt te verklaren aan de hand van het verleden moet voor de historici nog komen. Wij brengen cultuur, Herman. Ik verveel me, jij verveelt je, wij vervelen ons. En dat is prima. Gelukkig vervelen we ons en maken we daarbij andere mensen aan het lachen, huilen, tieren of fluiten.
Rekenen is voor rekenmachientjes, zei Finkers, maar als we Tolstoj mogen geloven is kunst ijdel tijdverdrijf van nutteloze mensen. Iedereen zo zijn ding, toch?