Boodschappenstrijd
Ik ben dol op koken (en nog meer op eten). Je hebt echter eerst ingrediënten nodig om dat mogelijk te maken. Daar gaat het bij mij mis, want boodschappen doen vind ik verschrikkelijk.
Eerst moet ik de motivatie vinden om naar de supermarkt te gaan. Deze vind ik altijd veel te laat, dus sta ik samen met half Nederlands nét voor etenstijd in de supermarkt. Spitsuur. Gelukkig heb ik een boodschappenlijstje gemaakt want dan gaat het boodschappen doen veel sneller. Of dat echt zo is, weet ik helemaal niet, want ik laat het lijstje elke keer weer thuis liggen. Dus doe ik het zonder en al nadenkend wurm ik me door de mensenmassa heen. Onderweg sla ik vier mensen met mijn mandje, die ook nog eens steeds zwaarder wordt. Ontbijt voor morgen is weer yoghurt, want alle vroege vogels hebben de broodafdeling leeggeplukt. Alles wat in de aanbieding was hebben ze blijkbaar ook al mee genomen. Als ik dan met mijn mandje vol tevreden bij de kassa sta, realiseer ik me dat ik iets ben vergeten. Iets wat aan de andere kant van de winkel ligt natuurlijk. Dus opnieuw door de mensenmassa heen, deze keer raak ik er maar drie.
Nu alleen nog in de rij. Met vijf artikelen in mijn mandje kies ik voor de snelkassa. Ik weet niet eens waarom ik het nog probeer, want dit is de grootste grap van de supermarkt. Er staan altijd mensen in deze rij die niet kunnen tellen en vrolijk hun 15 producten beginnen uit te laden, niks snels aan. Ik beloof mezelf dat ik morgen echt eerder naar de supermarkt ga.
Als het dan eindelijk mijn beurt is probeer ik wel zo snel mogelijk mijn producten in mijn tas te proppen. Ik voel de tijdsdruk, ik sta immers bij de snelkassa. Als het scangeluid gestopt is, weet ik dat de caissière op me wacht. Het zo ver is; het dieptepunt van boodschappen doen. Ik heb net een partij ellende en ongemak doorstaan en aan het einde van de rit moet ik er nog geld voor neerleggen ook. Ik veeg mijn kaart langs de pinautomaat, betalen gaat tegenwoordig zo makkelijk dat je bijna vergeet dat het geld kost.
Een halfuurtje later zit ik lekker op de bank met mijn bordje op schoot. Mijn smaakpapillen zijn blij en ik ben alweer vergeten wat ik hiervoor heb moeten doorstaan. Gelukkig realiseer ik me nog niet dat morgen gewoon precies hetzelfde gaat gebeuren.