De stad van de liefde
De stad van de liefde was gisteren de stad van dood. De stad van de liefde was gisteren de stad van kwaad en verderf. De stad van de liefde was gisteren de stad die huilde, de stad die schreeuwde. Vandaag is de stad van de liefde de stad die rouwt, de stad die langzaam probeert te beseffen wat er gisteravond en vannacht allemaal gebeurd is.
Ik zet de televisie aan en zie de meest vreselijke beelden. Honderden doden, nog veel meer gewonden. Mensen zijn getekend voor het leven, durven misschien wel nooit meer naar een concert of een voetbalwedstrijd te gaan. Ik realiseer me dat ik mezelf gelukkig mag prijzen, voor alle concerten die ik heb kunnen bezoeken zonder ruw opgeschrikt te worden door zo’n angstige gebeurtenis als gisteravond in Parijs. Ik zie doden, gewonden, hulpverleners en huilende mensen.
Een schril contrast als ik verder zap en bij de intocht van Sinterklaas terecht kom. Vrolijke kindergezichtjes, enthousiaste mensen, kinderen die dolgraag Sinterklaas of een van de Pieten een handje willen geven. Het contrast is zo groot dat het haast pijn doet.
Mijn gedachten gaan uit naar alle mensen die gisteravond in de stad van de liefde waren. Naar alle mensen die gisteravond overleden zijn of gewond geraakt zijn. Naar alle mensen die hun naasten zijn verloren. Naar alle vluchtelingen die dachten veilig te zijn, door alles achter te laten in hun eigen land en te vluchten naar een land dat veilig leek.
Ik hoop dat we met z’n allen weer een veilig gevoel kunnen creëeren. Ik hoop dat de stad van de liefde weer de stad van de liefde mag worden en misschien nog wel hechter dan ooit mag worden. Laten we met z’n allen deze gebeurtenis aangrijpen om nader tot elkaar te komen, om elkaar te steunen waar we kunnen, om er te zijn voor een ieder die het nodig heeft.