Een Nederlandse Buitenlander in Nederland

e.siawosh 22 okt 2015

Zachtjes krijg je het in je handen gedrukt, het magere zesje van je Nederlands toets. Ergens kan je, je ogen niet geloven; niet vanwege het cijfer, je beide buren en het merendeel van de klas hebben hetzelfde zesje. Je kan je ogen niet geloven omdat zich alleen naast jouw cijfer een duidelijke boodschap weerklinkt.
“NT2?”
Al begrijp je volledig dat je er misschien niet Nederlands uitziet met je donkere ogen, je donkere haren, en donkere stem, ben je zeventien jaren terug geboren en getogen in dit kikkerland, en niet in het land van hen met de donkere ogen, haren, en stem.
Dit is mijn verhaal, van de 6-VWO student die eenvoudig bot eraan herinnerd wordt dat zijn uiterlijk het hem verbiedt Nederlands te zijn, ofwel de Nederlands taal als moedertaal te mogen beheersen. Nederlandse Taal 2. Tussen mijn vrienden en klasgenoten mag ik beleven hoe het is tweederangsburger te zijn. Ook al hebben mijn buren eenzelfde magere zes, moet de mijne getint zijn met de kleur van mijn ogen en haren. Maar dit is niet alleen mijn verhaal.
Dit is het verhaal van elk individu met een vreemde achtergrond die droomt te behoren. De meest menselijke droom om ergens een deel van uit te maken. En natuurlijk is de hamvraag of die droom ooit in vervulling komt. Ja, voor de Joden in de tijd van de Assyriërs kwam dit er in de vorm van de Perzen, en voor de atheïsten in de Middeleeuwen in de opkomst van secularisatie. Maar, voor de jonge bestaansdromers is het antwoord vooralsnog nee.
Deze groep wil ik ook wel de verloren generatie noemen. Die generatie van kinderen die de asielzoekende ouders noodlottig navolgen in een existentieel abyss, waarbij zij enig besef van een thuisland vanzelf verliezen. Identiteitsmanke kinders, van origine buitenlands, doch qua denken en doen inheems, die nooit echt ergens bij horen.
Ikzelf ben geboren in Groningen, opgegroeid in Den Haag, maar blijf altijd een vreemdeling. Mijn persoonlijke label: Iraniër in Nederland. En de drie keren dat ik in Iran was, bleek ik een Nederlander in Iran te zijn. Zodoende wordt iemand als een homp klei gevormd tot een thuislandloze nomade. Ergens doet het wel pijn dat iets als heimwee mij vreemd moet zijn.
Maar, in mij bestaat ook de notie, dat juist door de verwachting dat ik niet behoor, ik moet bewijzen dat ik behoor. Ware erkenningsproblematiek waarin ik niet weet waarom, maar ik alleen weet dat ik moet bewijzen niet een tweederangsburger te zijn. Dat ik moet dromen te bewijzen een Nederlander in Nederland te zijn.