Kamperen is het nieuwe Ibiza!
‘Dus je gaat twee weken kramperen in Zuid-Frankrijk?’ Hij kijkt me met een spottende lach aan. ‘Vergeet je wc-rol niet!’ Ik vertel hem dat het vast goed zal komen en loop verder richting huis. In gedachten verzonken word ik overspoeld door fijne herinneringen. Ik wandel samen met mijn zus, hand in hand het smalle paadje over richting het strand. De zon verstopt zich achter de hoge bomen, maar af en toe schijnt er een verraderlijk straaltje tussen de stammen door. Ik ken dit pad uit mijn hoofd, want als sinds ik kan lopen heb ik deze bewandeld. Jaar in, jaar uit.
In mijn hoofd zijn de vakanties in Zeeland de beste vakanties die ik maar had kunnen wensen. Tot mijn vijftiende wist ik ook niet, dat er naast het kamperen nog andere vakanties bestonden. Het was toen helemaal niet zo gewoontjes om voor iedere vakantiemogelijkheid een vliegtuig in te stappen, die je naar een of ander ver (kuur)oord zou brengen om op zijn a-llerluxest te mogen ondergedompeld worden in zijde dekens, hemelbedden, exotisch fruit, vijf sterren maaltijden, obers die je op je wenken bedienen etc. Nu tien jaar later ben ik benieuwd, of ik mijn historische kampeerverhalen niet al te veel geïdealiseerd heb.
Eenmaal aangekomen in Zuid-Frankrijk word ik onderweg naar mijn tent, door iedere kampeerder die ik passeer vriendelijk begroet. De tenten staan al klaar op de camping zelf, dus dat is een grote meevaller voor iemand waarvoor een Ikea-kast al lastig in elkaar zetten is. Na het door de bezem van de tent halen en de tent miervrij te hebben gemaakt, rits ik hem goed dicht. De week vordert en ik besef me dat ik tot nu toe nog geen televisie, radio, of telefoon gemist heb. Ik heb het veel te druk gehad met het spelen van kaartspellen, volleyballen, zwemmen en het wegdromen in de hangmat. Dit is de vierde nacht dat ik zal verblijven in de tent en voor het eerst dat ik geen moeite meer neem om de zaklamp aan te zetten om mijn miereninspectie uit te voeren. Ik voel me vrijwel één met de natuur geworden. Tijdens het lopen van met mijn wc-rol onder de arm groet ik wederom mijn mede wc-rol kampeerdragers. De wereld is op deze manier op zijn liefst. Voor heel even voel ik me weer onbezorgd, net als toen ik klein was.