Haast?

Het is een grijze dag en ik moet boodschappen hebben. Zodra ik de Jumbo in loop word ik aangesproken door het meest schattige jongetje dat ik ooit gezien heb. Krullen, sproeten en ik denk niet ouder dan acht jaar oud. Hij heeft een kartonnen doosje vast. ‘’Hallo mevrouw, wilt u er eentje van mij kopen?’’ vraagt hij aan me. In de doos liggen hartjes, hoogstwaarschijnlijk zelf gemaakt met strijkkralen. Hij heeft ze in alle kleuren. Ik pak mijn portemonnee en vraag hem hoe duur ze zijn. Twintig cent, dat kan ik wel missen. Helaas heb ik geen kleingeld, dus ik beloof bij de kassa extra te pinnen zodat ik er alsnog eentje kan kopen. Ik ben snel klaar met winkelen en bij de kassa pin ik een tientje extra in kleingeld. Ik moet even wachten en in de tussentijd kijk ik naar het jongetje bij de ingang. Hij spreekt iedereen aan die langs loopt, maar in die vijf minuten dat ik sta te kijken is er niemand die de moeite neemt überhaupt te blijven staan. Het verbaasd me. Hij heeft geen lang verkooppraatje, in minder dan tien woorden doet hij zijn verhaal. Daarnaast kunnen de meeste mensen van het winkelend publiek toch wel twintig eurocent missen? Er is niemand die een hartje van hem wil kopen. Als ik klaar ben loop ik weer naar hem toe, en terwijl ik vijftig cent uit mijn tas vis spreekt de jongen nog wat mensen aan. De meesten gunnen hem niet eens een blik. Ik druk hem het muntje zijn hand en zoek een zwart hartje uit. Op mijn terugweg denk ik nog eens na over al die mensen die zo’n haast hebben. Is het haast? Is het gierigheid? Wat is dat met mensen tegenwoordig. Ik moet eerlijk bekennen dat ik de mensen met Telegraafjassen aan zelf ook niet echt aankijk, maar vanwege mijn leeftijd word ik eigenlijk nooit aangesproken. Ik kan me voorstellen dat andere mensen daardoor zat zijn van verkopers op straat, maar zorgt dat er dan echt voor dat dit lieve jochie door iedereen genegeerd wordt? Ben ik dan misschien heel erg ouderwets? Ik hoor toch echt bij de jeugd van tegenwoordig, die door de ouderen zo slecht wordt afgeschilderd. Diezelfde ouderen vonden het niet nodig terug te praten tegen het jongetje. Een ‘nee, bedankt, veel succes’ kan er toch wel af? Nadat ik de fase van verbaasdheid voorbij ben, word ik boos. Ik besluit het los te laten, want misschien is dit wel gewoon de realiteit. We hebben geen tijd, geen zin en geen oog meer voor elkaar. De eerstvolgende straatverkoper die ik tegenkom krijgt van mij een ‘nee, bedankt, veel succes!’, met een enorme glimlach cadeau.