Wandelkoorts
Na drie dagen griep ben ik bijna hersteld. Ik had gehoopt geen griep te krijgen deze lente maar het lot wees mij aan. Drie dagen van ijlen, warmwoelend in bed, hoofdpijn, misselijkheid in de buikstreek, je kent het vast wel. Dat het nu bijna weg is, is een klein wonder te noemen, want normaal lig ik minstens vijf dagen plat op bed. Ik kan weer als mens functioneren, ik kan praten, zitten en eten. Goed, lopen moet ik weer leren heb ik gemerkt maar dat heb ik snel genoeg onder de knie.
Zou het weerbericht van vanochtend mijn helingsproces hebben bespoedigd? Ik ga het bijna denken. De voorspelling: morgen de warmste Hemelvaart-dag sinds Pelleboer het weerbericht heeft uitgevonden. Het was niet Malle Eppie uit Friesland die dat bericht de ether in had geslingerd, dus ik durf het voor waar aan te nemen. Je hoort mij niet klagen over het broeikas-effect, ik vind het wel fijn zo’n warme lentedag. “Elk voorjaar heb zijn zomer” zou Cruyf antwoorden.
Het idee dat ik morgen met die heerlijke temperatuur in een klam heet bed zou moeten liggen, terwijl de dansende zonnestralen de fris groene bladeren in de bomen beschijnen is, voor mij als fervente wandelaar, een te gruwelijke koortsdroom. Hoe sterk is de geest die het lichaam weer doet herrijzen? Heel sterk. Ik ga morgenvroeg, Hemelvaart, de wandelschoenen aan doen, ook al heb ik 39 ¼ graden koorts.