Van praktische broeken tot na pruttelende mensen
Ik keek rond. Wat is het toch eigenlijk ‘apart’. Dat dit kan, dat dit bij elkaar past. Ik heb het hier over een zangkoor uit het dorp waar ik woon. Ik was gister aanwezig bij een repetitie om te assisteren…en nee niet met zingen, dat beloof ik je bij dezen. Maar nogmaals keek ik een beetje rond, wat een behoorlijk grote groep voor zo’n klein dorp, dacht ik. Dat was niet het enige wat door mij heen ging. Je kunt de groep een beetje vergelijken met het zangkoor uit Levenslied, ook allemaal verschillende mensen. Van moeders met praktische parachutestoffen broeken tot 60+’ers met sterk getoupeerd haar die zich waarschijnlijk net bij de kapper hebben laten…tja, of ik nu het woord ‘opknappen’ moet gebruiken betwijfel ik. Buiten volwassenen zingen er ook kinderen mee. Gek genoeg verschillen die nog niet zo van elkaar. Alsof ze nog de keuze moeten gaan maken tussen een Birkenstock of een leesbril met een touwtje eraan zodat je nooit, maar dan ook echt nooit het risico loopt dat hij tussen een mooie hoge C van je hoofd afglijd. Opeens ontstond er een luid applaus. Het koor gaf zichzelf en elkaar een applaus voor het goede werk. Toen kwam het belangrijkste moment van de avond. De pauze! Sommige koorleden pruttelde nog een beetje na. Ik vraag me dan vaak af: waarom? Oké, waarschijnlijk is het gewoon om even los te komen van de muziek en dat begrijp ik dan ook, als je even lopend door de zaal nog wat staat na te dreunen. Alleen was er ook een vrouw die dat bijna in iemands nek deed. Dat vond ik dan wel weer een erg vreemd tafereeltje, alsof ze wilde bewijzen dat ze wel degelijk kon zingen, maar er net gewoon even naast zat. Toen kwam het volgende moment van de pauze. De groepjes. Het zijn dan net dieren die heel natuurlijk worden opgesplitst in ‘groepjes’. De moeders met de natuurkleding, de oma’s met de parelkettingen, de gele jasjes en de witte pof bloesjes en de mannen die…ja die eigenlijk helemaal niet ècht bij elkaar passen. Ze pakken zich gewoon samen, want in deze groep zijn de mannen toch sterk in de minderheid. Plots riep de muziekleidster dat de pauze voorbij was en dat iedereen weer moest…eh…mocht gaan zingen. Ik hoorde vanuit de keuken waar ik samen met een andere ooggetuige hun (vaak) lege kopjes koffie stonden af te wassen, nog wat mooi samenzang van het koor.
Wat is het toch bijzonder, dat dit samen kan. Zoveel verschillende mensen met dezelfde passie, namelijk: zingen.
Lang leve de verenigingen!