Tot de grens?

NoortjevdMeulen 1 jun 2015

Altijd als we vroeger met het gezin op vakantie gingen was het beheren van alle paspoorten de taak van mijn vader.
Nog steeds vraag ik me af waarom hij die ene vakantie naar Tsjechië pas op enkele meters voor de naderende grens besloot te kijken naar de geldigheidsduur.
Wat achteloos bladerde hij door de paspoorten in zijn borstzak. Bij het paspoort van mijn moeder, waarop destijds nog drie van de vier kinderen waren bijgeschreven, bleef hij hangen: exact twee weken verlopen.

Met nog 15 seconden tot de slagboom te gaan moesten we concluderen dat nog niet eens de helft van het gezin op dat moment aan de vakantie kon beginnen.
En inderdaad, de Tsjechische grensbeambte was onvermurwbaar: we kwamen het land niet in.

Het bevriende gezin met wie we op vakantie zouden gaan stond in hun bestelbusje naast ons te wachten. Ook zij besloten vervolgens om te keren.
In een nabijgelegen grensdorpje bespraken we, na een verhitte discussie tussen m’n ouders over verantwoordelijkheidsgevoel, de situatie.
De lokale bevolking was duidelijk geïntrigeerd door de omstandigheden.
Ongevraagd en vol overgave somden ze op chronologische wijze celstraffen en boetes op met betrekking tot het illegaal passeren van de grens.

Hogelijk verbaasd was ik dan ook toen ik mijn moeder vervolgens hoorde vragen hoeveel ruimte er nog was naast de bagage in het laadruim van het bestelbusje.

Seriously mama??

Nog geen uur later zaten m’n moeder, m’n 2 zussen en ik onder een blauwe pluizige deken in het bestelbusje van onze vrienden en reden we langzaam terug naar dezelfde grens.
Tot enkele meters voor de grens kneep m’n moeder om de paar seconden in de benen van mij en m’n zussen om te vragen of we nog ademden.
Werd er niet direct geantwoord, dan kneep ze nog harder.

In onze eigen auto zaten bij deze tweede poging slechts nog m’n vader en oudste zus.
‘Where are they?’ vroeg de man achterdochtig.
Na hun ietwat stuntelige ‘We left the rest behind.’ werd de auto totaal binnenstebuiten gekeerd, maar uiteindelijk doorgelaten.
Het bestelbusje werd geen blik waardig gekeurd en mocht zonder verdere vragen passeren.

Enkele kilometers over de grens sloegen we af naar een klein zandweggetje waar we weer in onze eigen auto plaatsnamen. De moeder van het bevriende gezin gaf trillend over achter een boom voor ze weer instapte.

Onze vakantie kon beginnen.