Liever lef (dan te laat)

Jaimzs 1 jun 2015

Op een ochtend nader ik fietsend een stoplicht in Utrecht, en natuurlijk springt ie op rood als ik er bijna ben. Mopperend stop ik, keurig zoals het hoort. Stoplichten zijn niet mijn vrienden, want ik heb altijd haast. “Was ik vanochtend maar eerder vertrokken”, denk ik, terwijl ik mistroostig naar het lege kruispunt voor me kijk.

Sommige stoplichten hebben een ‘wachtverzachter’, je weet wel, zo’n teller die langzaam die eeuwig durende seconden wegtikt. Deze heeft dat niet. Ik snap überhaupt niet hoe het in deze gemeente geregeld is. Inmiddels tel ik 30 seconden rood, ik overweeg wat lef te tonen.

De oversteekknop lijkt mijn verzoek tot oversteken stelselmatig te negeren. Er is amper verkeer, toch krijg ik geen voorrang. Het lijkt alsof Utrecht een voorgeprogrammeerde dans van stoplichten heeft, zonder enige vorm van flexibiliteit. Ik had al tien keer zonder anderen te hinderen kunnen oversteken. Toch blijf ik netjes in mijn comfortzone, aangepast aan de choreografie van groen, oranje, en mijn tijdelijke aartsvijand rood. Is dit laf?

De stoplichten zijn als het leven. Soms moet je even stilstaan. Zelden heb ik daar zin in, dus ik toon lef en ga door rood. Ik realiseer me dat ik wat risico neem, maar zonder risico geen plezier. Bovendien vergroot ik met lef de kans om mijn bestemming op tijd te halen. Ik hoor mijn veilige ik zeggen: “Als je eerder zou vertrekken, dan hoef je niet zoveel bravoure te tonen”.

Weer een stoplicht in deze stadsjungle. En deze lijkt afgesteld op Ravel’s eindeloze Bolero. De ergernis dat ik geen grip op mijn leven heb groeit. Ik wil niet stoppen. Ik wil door en daarvoor overtreed ik ondertussen de grenzen van mijn comfortzone, door niet alleen het rode ‘Bolero’ stoplicht te negeren, maar, als gevolg, ook ternauwernood een bestelbus te ontwijken en een stuk over het koude voetpad te gaan. De adrenaline raast nu door mijn lijf.

Door lef voel ik dat ik leef. Het besef dat ik anderen op mijn weg kan hinderen of zelfs in gevaar breng blijft wel meespelen. Als ik iemand door mijn flow raak of omver rijd, zou ik stoppen, want echte lefdudes en dudettes nemen ook hun verantwoordelijkheid.

Opgewonden maar op tijd kom ik aan op het station. Er is zelfs nog tijd om mezelf op koffie te trakteren. Auw, ik verbrand mijn lip. Een duidelijk teken dat geduld op zijn tijd ook niet verkeerd is.