Lief, life, lef…
Ruim acht uur had het geduurd, waarvan vier doorgebracht onder de douche – op een skippybal. Mama wipte in trance op en neer op het rubber, ik ondersteunde haar armen, steeds als zij erom vroeg. Rugpijn, een rimpelige huid en natte broek, én verlichting was het resultaat.
Jij wist allang, dat er iets te gebeuren stond. Jouw comfortabele zwembadje was tenslotte al uren geleden leeggelopen. Nu, twee weken na jouw verjaardag, was er echt geen ontkomen meer aan! Een equipe van verloskundigen onder de bezielende leiding van de gynaecoloog (m) stond in het felle tl-levenslicht op jou te wachten.
Een zuignap op je kruin moest ervoor zorgen, dat jij je vertrouwde stekje opgaf. Draaien, keren, roteren, zo werd je naar buiten geschroefd – rimpelig roze.
Alles is anders. Het gebonk van mama’s hart, het gezoem van het bloed door haar aderen en al die andere geluidjes, die 9 maanden en 2 weken jouw wereld waren, vallen weg. Koude handen, groot en klein, pakken jou beet. Ze zijn best teder voor een huid, die slechts gewend is aan de warme golven van vruchtwater. Toch krimpen jouw huidcellen ineen.
De lucht is zwaar van geuren. Geuren, die jouw neus nooit eerder geroken heeft.
Ziekenhuislucht is een onbekend concept voor jou, body-odour trouwens ook. Ooit waren stemmen een zacht, geruststellend gebrom. Nu zijn het luide scheepshoorns die opgewonden toeten en blazen. Jouw oren gloeien rood. Fel licht prikt door je oogleden. Het kondigt aan, dat jouw wereld niet meer is als voorheen. Een wereld waar veiligheid niet langer uitgedrukt wordt in het rustige ritme van mama’s hart, maar in ECE R129, ECE R44 en andere normen.
Ik zie je diep inademen. ‘Da’s nou lucht, jongen’, schiet er door me heen. Dan open je resoluut en kalm je ogen. Even huil jij, dan vind je jouw plek op moeders borst. Direct ben je rustig en alert. Jouw blauwe ogen zeggen: “Hou toch op met die heisa. Ik ben er nu toch”. Wat ben je lief, wat ben je levendig. Wat een lef om dit luidruchtige, complexe leven, zo kalm in de ogen te staren. Wat een lef…