Kind als coach
Zo, hij durft! Met de grootste inspanning klimt Mark met zijn spastische beentjes op de trap van de glijbaan. Met zijn armen, getraind in zijn rolstoeltje, trekt hij zich op om de volgende trede te bereiken. Dan glipt zijn linkerhand los, zijn benen zijn niet sterk genoeg om hem te houden en ‘plof!’, daar ligt hij op de grond. Ik schrik niet, omdat ik Mark al langer ken, maar ik heb met hem te doen omdat hij zo graag van de glijbaan wil. Lachend draait Mark zijn hoofd naar mij om, klopt het zand van zijn handen en begint, alsof er niets is gebeurd, opnieuw aan de hoge trap. Zijn beenspalkjes helpen hem om te kunnen staan. En daar gaat hij weer, deze keer zijn handjes nog steviger om de balkjes die de traptreden vormen. Trillend gaat zijn rechterbeen omhoog, als die stevig staat volgt de linker. Dit keer heeft Mark de trap goed vast en gestaag klimt hij omhoog. Ik ga onder hem staan, om hem op te vangen als het hem toch te zwaar wordt. Mark zijn oogjes zijn samengeknepen van de inspanning, maar hij lijkt niet van plan deze zware klim op te geven. Wanneer hij bijna bovenaan is kijkt hij triomfantelijk om naar mij, ondertussen zijn handjes stevig om de laatste trede geklemd. Ik houd mijn hart vast, het is wel hoog, kan ik hem goed houden als hij nu valt? Mark lijkt zich daar geen zorgen om te maken, hij buigt voorover en legt zijn buik op het plateau. Met zijn handen trekt hij zijn beentjes een voor een omhoog en dan is hij eindelijk boven! Nog voor ik hem een compliment kan geven schuifelt Mark op zijn billen naar de glijbaan en een paar seconden later roetsjt hij lachend naar beneden. De duur van het glijden staat, in mijn ogen, niet in verhouding met de enorme klim die eraan vooraf ging. Terwijl ik hier over nadenk komt Mark om de glijbaan heen naar me toe gekropen. Hij roept ‘nog een keer!’ En heeft zich alweer aan de eerste treden van de trap opgetrokken. ‘Denken in mogelijkheden’, ‘van het positieve uitgaan’, de adviezen uit verschillende cursussen komen naar boven. Wij, volwassenen, moeten oefenen om het leven op die manier te benaderen, maar Mark is voor mij een levend voorbeeld van hoe het eigenlijk écht zou moeten. Niet bezig met wat níet lukt, maar volhouden totdat je je doel hebt bereikt. Hij is mijn beste coach. Ik wilde dat ik maar de helft van zijn kracht en doorzettingsvermogen bezat om dit in te kunnen zetten bij mijn eigen trappen. Is dit lef? In mijn ogen wel, maar Mark heeft daarvan geen idee, hij is inmiddels onderweg naar de schommel..