Je kunt het ook níet doen
Lef hebben, moed tonen, durven. Op menig CV zijn deze termen terug te vinden. Niet zo gek aangezien we in een maatschappij leven waarin we ons willen onderscheiden van de rest. We spreken graag over ‘uit je comfortzone treden, zaken loslaten, grenzen opzoeken of – nog erger – over je eigen schaduw heen springen’. Telkens als ik dat laatste hoor, leidt het letterlijke beeld van die sprong me zo af (hoe groot moet je aanloop dan zijn?), dat ik de rest van de boodschap niet meer mee krijg.
Politici, sporters, journalisten, maar ook Sjaak van twee deuren verderop; we behoren allemaal een lekkere dosis lef in huis te hebben. Lef om met de vuist op tafel te slaan, waar anderen hun mond houden, lef om door te vragen waar anderen stoppen en lef om nog net dat rondje extra hard te lopen, terwijl de rest al aan de zuurstof ligt; we vinden het fantastisch. ‘Wat een lefgozer he. Te gekke kerel’.
Maar waar blijft het woord lef als je besluit om iets lekker níet te doen. Dat is soms toch veel interessanter? Ik als perfectionist kan het bijvoorbeeld enorm waarderen als een collega om 15u zegt: “zo, en nu heb ik echt geen zin meer”, een vriendin die niet mee gaat sporten omdat ze net een doos chocola heeft leeggegeten waardoor dat stukje hardlopen slechts een druppel op de groeiende plaat is. Of mijn buurvrouw die promotie kan maken, maar dit hier vriendelijk voor bedankt omdat ze die tijd liever doorbrengt met haar tweeling op de kinderboerderij.
Juist omdat we als maatschappij dat stukje extra zo waarderen, vind ik het persoonlijk van meer lef getuigen als je durft om nee te zeggen, af te zeggen of soms gewoon niks te zeggen. Stel je voor: een Matthijs van Nieuwkerk die een avondje DWDD overslaat omdat de hond ziek is, Maxima die op Koningsdag na een uur haar stiletto’s verruild voor puike gympen, of Herman van Veen die na zijn show meteen naar huis gaat omdat ie gewoonweg geen zin meer heeft in die ellenlange toegift. Dat noem ik Lef!
Matthijs, Maxima en Herman; mijn zegen hebben jullie!
Ilse de Bruijn, 17 mei ’15