In dubio…

Kell 7 mei 2015

Uitgeput strompel ik de bus in en ik plof met een diepe zucht op de eerste lege stoel die ik zie. De bus stopt precies voor me en ik kan gelukkig gelijk instappen. De tranen staan in mijn ogen en elke beweging doet pijn. Ik weet nog net mijn tas op mijn schoot te hijsen en ik wil niks liever dan gewoon thuis zijn. Mijn Hypermobiliteitssyndroom heeft mij vandaag weer goed te pakken genomen… Gelukkig duurt de busreis maar 10 minuten en kan ik daarna onder invloed van een berg pijnstillers mijn bed in.

De bus stroomt vol en omdat het spits is moeten er een paar mensen blijven staan. Al snel word ik door verschillende mensen boos aangekeken. Ik probeer wat vriendelijker te kijken en pak mijn telefoon erbij. Ik check snel of er iets raars op mijn gezicht zit en of mijn mascara nog wel op de goede plek zit. Gelukkig is er niks geks te zien! Mijn ogen zijn dof van de pijn en mijn mondhoeken hangen naar beneden, maar zullen ze mij daarom boos aankijken? Nee toch?

Ineens is het mij duidelijk waarom ik zo boos aangekeken wordt, precies naast mij staat een vrouw van een jaar of 55/ 60. En ik ben blijven zitten. Ik weet al precies wat de mensen denken: “de jeugd van tegenwoordig, dat meisje heeft zeker geen goede opvoeding gehad”. Ik ben in dubio. Mijn ouders hebben mij geleerd om voor ouderen, kleine kinderen en zwangere vrouwen op te staan. Aan mijn opvoeding ligt het dus niet.

Om mij heen zitten veel jonge mensen, sommige praten met elkaar, anderen zijn verdiept in hun telefoon. Ze zijn zich totaal niet bewust van de oudere vrouw die naast mij staat. Of doen ze maar alsof? Hoewel de vrouw er energiek uitziet en naar mijn mening makkelijk kan blijven staan knaagt het toch aan mij. Ik zie er uit als een gezonde vrouw van 24, door mijn babyface misschien nog wel jonger, en aan mij mankeert ook van alles. Ik kan er niet van uit gaan dat ze gezond is.

Ik hijs mijzelf omhoog en vraag met een hese stem of zij misschien wil zitten. Ze zegt ja. Ik voel een zucht van opluchting door de bus gaan. Ik hoor ze zonder dat ze wat zeggen. Trillend van de pijn leun ik tegen een wandje in de bus aan. 10 minuten hebben nog nooit zo lang geduurd.