De Boom van Troost

Het was vier jaar geleden toen ik nog in een asielzoekerscentrum woonde en nog geen zekerheid had over mijn verblijf in Nederland. Herfst was gevallen en de bladeren van de Boom van “Troost” hadden het begeven. We noemde de boom zo met de reden dat het de enige plek was bij het asielzoekerscentrum, waar de bewoners innerlijke rust konden ondervinden. De Boom van Troost was een opvallende verschijning die midden in het park stond en alle andere bomen overtrof met zijn aanwezigheid. Dit kwam mede doordat de boom uitnodigende kenmerken had, zoals warmte en vriendelijkheid. Ik weet dat het gek is om een boom te beschrijven op de manier waarop je een mens beschrijft, maar de boom was er juist voor de mensen die comfort zochten in moeilijke tijden. Wanneer andere mensen je geen zekerheid of steun kunnen geven, zoekt men zijn heil elders, zoals in de natuur. Zonder dat je er zelf bewust van was, werd je verbonden met de Boom van Troost. Bij het naderen van de boom werd je als het ware al geaccepteerd alsof je zijn kind was. Het was alsof de boom zei “Leg niets uit, kom hier en zit naast mij. Ik zal je de opluchting geven die je nodig hebt en daarvoor verwacht ik niets van je terug”. Wat erg opvallend was aan dit fenomeen, is dat de meeste mensen hun hoop meer gevestigd hadden op de boom zelf dan de adviserende instantie van het asielzoekerscentrum. Maar zelfs dit kan verklaard worden. Wij mensen proberen beperkingen aan te leggen op de wereld over de vraag wie wel of niet op een bepaalde stuk grond mag verblijven. De boom geeft geen ene moer waar het verblijft, de wereld is immers van iedereen. In zekere zin laat de boom zien dat het geen zorgen had zoals de asielzoekers en niet gedrukt werd door de nauwe muren van ons onzeker bestaan. Niet alleen het wachten op een antwoord dreef mij destijds tot waanzin, het weten dat je op ieder moment uitgezet kan worden ging ver boven mijn ergste angsten. Vier jaar later keerde ik weer terug bij dezelfde boom. Ik begon mijzelf uit te lachen voor het niet luisteren naar de boom, want al die zorgen hadden achteraf geen betekenis. Even kwam ik weer terug vanuit mijn gedachtes en zag het zonlicht reflecteren op het flesje Chaudefontain dat nog een beetje water bevatte. Vervolgens spilde ik het overgebleven water op de wortels van de Boom van Troost. De boom kreeg hierdoor een soort van opluchting net zoals ik dat vier jaar geleden zelf kreeg en dit zonder wat ervoor terug te verwachten. Dit was een kosmische verstandhouding.