Johan van Boven
Johan van Boven Sport 9 nov 2016
Leestijd: 3 minuten

Wesley Sneijder heeft heimwee naar de glorietijd

Wesley Sneijder tikt met zijn vingers op tafel om zijn woorden kracht bij te zetten. „Wat ik nu ga zeggen, meen ik écht”, aldus de aanvoerder van het Nederlands elftal in het spelershotel in Noordwijk. „Als ik het niet meer leuk zou vinden om international te zijn, was ik hier nu niet. Maar het is niet meer zo dat we naar een stadion rijden en weten dat we gaan winnen en het alleen nog maar de vraag is met hoeveel. Die tijd is voorbij.”

Nee, een prijs won hij nooit met Oranje. Maar niet zo lang geleden was Nederland nog wel een grootmacht, met vaak Sneijder als drijvende kracht. Denk alleen al de tweede plaats op het WK van 2010 in Zuid-Afrika. Tot de finale in Johannesburg bleef het Nederlands elftal maar liefst 25 interlands op een rij ongeslagen.

Balen

In de huidige kwalificatiereeks voor het WK in Rusland werd slechts een van de drie wedstrijden met winst afgesloten. Een enorm contrast met de glorieperiode, waar Sneijder best af en toe heimwee naar heeft. „Dat mis ik, ja. Ik hoop dat we dat in de toekomst weer kunnen creëren, al zal ik er zelf dan geen onderdeel meer van uitmaken. Onze huidige groep heeft ook genoeg kwaliteit om naar een dergelijk niveau toe te groeien. Maar als je continu te maken krijgt met blessures, is dat erg lastig. Daar baal ik van.”

Voorheen had hij teamgenoten als Mark van Bommel, Nigel de Jong, Ruud van Nistelrooy, Giovanni van Bronckhorst en Clarence Seedorf om zich heen. Nu moet hij het doen met Joshua Brenet, Marvin Zeegelaar en Bart Ramselaar. In Turkije wordt er bij zijn club Galatasaray soms met verbazing gevraagd naar al die vreemde namen in het ooit zo sterke Nederlands elftal.

Vreemd

„Ze vinden het vreemd en kennen veel spelers niet”, zegt Sneijder. „Het is voor mij natuurlijk ook wel leuk om al die nieuwe gezichten te zien. Ik ben erg benieuwd hoe ze het allemaal gaan doen. Maar het is jammer dat we het tijdens interlandperiodes niet steeds met dezelfde groep kunnen doen. Want daar willen we uiteindelijk naar toe: met een vast geheel naar het WK toewerken.”

Op de weg naar Rusland bleef Oranje in Zweden steken op 1-1, Wit-Rusland werd met 4-1 geklopt en Frankrijk was met 0-1 te sterk. De equipe van Danny Blind staat daardoor op de derde plaats met drie punten minder dan Frankrijk en Zweden. Toch heeft Sneijder niet het gevoel dat Nederland een slechte kwalificatiereeks draait. „Tegen Zweden hadden we recht op twee punten meer en tegen Frankrijk was een gelijkspel terecht geweest. Ik vind echt dat we het niet slecht hebben gedaan.”

Als de 32-jarige middenvelder gevrijwaard blijft van zware blessures kan hij bij plaatsing in 2018 als recordinternational naar het WK. Vanavond tegen België speelt hij in de ArenA zijn 125e wedstrijd voor Oranje. Het record van Edwin van der Sar (130 caps) komt steeds dichterbij en Sneijder zou Sneijder niet zijn als hij daar niet dolgraag overheen zou willen gaan.

„Dat is een doel voor mij, maar het is niet zo dat ik me daar continu mee bezighoud. Anders had ik de laatste interland tegen Frankrijk wél gespeeld. Zo belangrijk is het ook weer niet. Als ik Van der Sar voorbij ben gestreefd, zeg ik niet ineens: hey jongens, ik stop ermee. Als ik me na het WK goed voel, ga ik gewoon lekker door.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.