Eendenbier = grachtwater, aaipot ‘n knuffellesbienne
Wie weet riepen gasten vroeger wel tegen elkaar met een vooroorlogse hoge vijf: he gappie, heb je nog gepend? En weet jij wat een nassie is? Of een kul? En haar in de zaak?*
Werk je woordenschat bij met de leukste en/of bizarste woorden uit de (oud-)Amsterdamse taal.
Gleuvenstopper
Een gleuvenrijder is een trambestuurder, inclusief die van de Aapjeslijn (naar Artis), een gleuvenstopper de postbode, al kijken beide vast raar op wanneer je hen zo begroet. Veel oudhollandse woorden lijken met onze voorouders voor altijd te verdwijnen en zeker in het geval van sommige oud- en oer-Amsterdamse woorden is dat eeuwig zonde. Toch zijn sommige woorden gebleven, denk aan gappie, een gebbetje en fittie, pimpelen en waus. Of penoze. Maar wist je dat zakdoekje in die wereld ook pistool betekent? Hieronder een kleine greep uit de woorden die, al herkent spellingscheck ze in de meeste gevallen niet, eigenlijk nooit mogen verdwijnen. Want zeg nou zelf, hoe lekker klinkt pikketanesie? Minstens zo lekker als dat een pikketanesie, oftewel jenever, voor velen smaakt.
‘He gappie, heb je nog gepend?’
Delen van het menselijk lichaam kent in dit taaltje vele mooie benamingen. Zo is pokkel een buik en zijn bonkers borsten. Pennen en ook pompen betekent geslachtsgemeenschap en doppie ook, zij het een vluggertje. Ben je een gemakkelijk klusje aan doen? Kun je het een zalfie noemen, maar grote kans dat je er een grijpstuiver voor krijgt, een schamele beloning dus. Iemand die de hele dag niets doet, is een zonne-aaier. Heeft iemand een lekkere ass? Noem het eens een lekkere zuigert. Gewoon omdat het kan in Amsterdam.
A16
Ome Jan is de bank van lening, kommaneuker een boekhouder en torpedo een drol. En er is nog zo veel meer. Uilepis betekent een plat biertje, musselientje een roze koek en een dweil is een vrouw die met elke man naar bed gaat, maar geen temeie is (prostituee) of zelfs een A16: eentje met heel veel klanten.
Scheldwoorden
Als scheldwoorden werden vroeger net als nu ziektes gebruikt en er was zelfs de besmetbak, iemand met allerlei ziektes onder de leden. Aan originaliteit geen gebrek, met woorden als pisvinger (zeikerd), taddebak (vies persoon m/v), nakketikker (gierigaard), labbekak (bange schijterd), bietskommer (klaploper), drolbaars (sukkel).
Blauwe slet vs blikhoed
Bepaalde beroepsgroepen zien sommige woorden waarschijnlijk liever gisteren dan vandaag in het verleden verdwijnen. Het befgajes bijvoorbeeld, rechters en advocaten of vrouwelijke agenten: vroeger werden zij weleens blauwe slet genoemd. Het mannelijke equivalent klinkt weer een stuk vriendelijker: blikhoed.
Even afmaken…
En met sommige woorden moet je heel goed uitkijken hoe en waar (en met wie) je ze gebruikt… Afmaken bijvoorbeeld: zowel je verkering uitmaken, iemand omleggen en na heftig voorspel de klus klaren (zakelijke seks). Aanrader: kijk op www.Mokums.nl voor een heel alfabet aan Mokumse woorden en werk je vocabulaire bij.
*een relatie van max 24 uur, een penis en een vrouw in de winkel