Arno Gelder
Arno Gelder Entertainment 24 mei 2024
Leestijd: 8 minuten

Youp van ‘t Hek stopt na morgen, maar begint een nieuw leven: ‘Voor je doodgaat moet je een beetje leven hè?

Na een halve eeuw zit het erop. Morgenavond speelt Youp van ’t Hek zijn laatste voorstelling in Carré. Een interview in negen hoofdstukken uit de schelmenroman van een kleine grote cabaretier. Youp over opa-dag, optreden tot je erbij neervalt, zijn gezin, Marco en Matthijs en het leven en de dood.

,, Ik was de jongen van lééf, ga naar Parijs, doe, neuk, geniet! Uit de mond van een 70-jarige klinkt dat toch van: ‘Nou meneer…’”

Youp van ‘t Hek gaat met pensioen: zijn carrière in hoofdstukken

We spreken Youp over verschillende hoofdstukken uit zijn leven, vandaag vijf, morgenmiddag nog eens vier. Houd Metro dus in de gaten voor meer over Youp van ‘t Hek.

Het begin

„Negen was ik toen ik met mijn ouders naar Toon Hermans in Carré ging. Een magische belevenis. Ik wist: dat wil ik ook. Toen ik mijn vader, een ras-Amsterdammer, vertelde dat ik cabaretier wilde worden, zei hij: ‘Twee dingen. Eén: wees leuk. Twee: zorg dat een groot deel van de mensen een enorme tyfushekel aan je krijgt.’ Nou, dat laatste is goed gelukt. Veel mensen vinden mij níet leuk en dat is dikwijls wederzijds.

In 1973 richtte ik Cabaret Nar op met onder anderen mijn vrouw Debby Petter, met wie ik al 50 jaar samen ben. Kijk, hier heb ik nog de affiche van mijn eerste voorstelling in de Ministerparkschool te Naarden, mijn middelbare school. ‘Cabaret Nar met het nieuwe programma Your Youp for You. Was helemaal geen nieuw programma hoor, maar het klonk goed. Met het adres van mijn ouders om kaarten te bestellen. De aula had ik zelf volgeluld. Leuke voorstelling? Ik denk het niet.

Tot 1983 speelden we in wisselende samenstellingen. Er was wel succes, maar ook veel gemodder. Geen kwaad woord over toen, maar het was braaf en geëngageerd. Tegen de oorlog en we zongen ook indringend dat we geen racisten waren. Ik dacht steeds: valt er nog iets te lachen?

Elk jaar vroeg ik me af: zal ik nou doorgaan? Goedbedoelende mensen om me heen zeiden: word reclameschrijver. Of journalist. Geen belediging trouwens. Tijdens een vakantie in Frankrijk heb ik Zonder Twijfel geschreven. Met daarin meneer van Dam, de vertegenwoordiger in teddyberen. Dat werkte als een gek. Ik kwam zelfs bij de Vara op tv.

Ik stond te trappelen om alleen het podium op te gaan, een overmoedig pikkie. Los van de barkruk en piano. Met Lenen lenen, betalen, betalen uit Man vermist in 1984 kwam de doorbraak. Of ik in 1986 de Oudejaarsconference wilde doen, vroeg de Vara. Dat durfde ik niet. Dat werd drie jaar later. Met die idiote Buckler conference waarmee ik Nederland van het alcoholvrije bier afhielp.”

Pensioen

„Ik besloot twee jaar geleden om op tijd te stoppen. Ik keek naar mezelf, maakte de balans na 50 jaar op. Altijd uitverkochte zalen en al maak ik nog twee, drie programma’s – ook die zitten vol. Ik was de jongen van lééf, ga naar Parijs, doe, neuk, geniet! Uit de mond van een 70-jarige klinkt dat toch van: ‘Nou meneer…’ Ik besloot nog één voorstelling te maken, De laatste ronde. Iedereen om mij heen begreep het. Het is mooi geweest.

Deze laatste tournee is een ode aan mijn trouwe publiek en alle Nederlandse theaters. Er bestaat een gezegde: ‘Vergeet niet te groeten op de heenweg, want op de terugweg kom je ze allemaal tegen.’ Daarom wilde ik in alle theatertjes en schouwburgen spelen waar ik ooit optrad. Ik ben die aanlooptijd nooit vergeten.

Ik heb er nagenoeg aan voldaan. Van Den Helder tot Venlo, van podium Remmerswaal in Rilland Bath tot De Tobbe in Voorburg. De files in dit land, ik heb er altijd in gestaan. Had het idee altijd dat iedereen dezelfde kant opging als ik.

Ik sluit af in Carré. Op de aanvankelijke affiche van De laatste ronde stond ik afgebeeld in zo’n boksers-badjas en zag ik een heel oud baasje dat omkeek. Afgekeurd! Het werd een tekeningetje van een mannetje op de fiets, de hoed in de ene hand, z’n brilletje in de ander. Wegfietsend naar een nieuw leven.

De theaters hebben me bedankt met prachtige cadeaus. Een fraaie muurschildering in het Oude Luxor in Rotterdam. In de Amsterdamse Kleine Komedie in Amsterdam heb ik bovenin de zaal een eigen hekje – het Youp van ’t Hek hekje. In het Chassé Theater Breda is een balkon naar mij vernoemd, weliswaar het kleinste, maar toch. Hoogeveen heeft de artiestenfoyer naar mij vernoemd, in Hoorn kreeg ik mijn handtekening in neonletters en in Groningen is op een theaterstoel een bril geborduurd. In Nieuwegein ontving ik een bak met geraniums. Om achter te gaan zitten. Geweldig.”

Vriendschap

„Mijn moeder was aan het eind van haar leven zwaar dement, maar op een van haar wakkere momenten vroeg ze: ‘Youpie… betaal jij je mensen goed?’ Dat heb ik altijd gedaan, dat zit gewoon in mijn opvoeding. Je kunt met je grote bek wel een hoop succes hebben, maar kijk om naar de mensen naast je.

Ik ben een loyaal mens. De club mensen om mij heen is in al die jaren nauwelijks veranderd. Voor de voorstelling eten we gezamenlijk, ik eet nooit met anderen. Het is een solidaire groep, van muzikanten en management tot technici en chauffeurs.

Buiten het werk lachen we ongelooflijk veel. Na de laatste voorstelling gaan we met z’n allen naar Italië. Nog één keer eten aan de lange tafel. Geen speeches, er geldt een toespraakverbod. Alleen ik ga nog één keer zeggen waarom ik het zo bijzonder vond om met hen te werken. Geen spot op mij, maar mijn oprechte dankjewel aan iedereen.

Ik ben trouw. Je laat je vrienden niet vallen. Marco Borsato heb ik in Alkmaar opgezocht, hij deed ooit mee in een parodie op een glossy – Kerst met de Borsato’s en de Van ’t Hekjes. Ik heb hem gesproken en naar hem geluisterd. Een geslagen man, heb zeer met hem te doen. Wat er is gebeurd weet ik niet, maar voor zover ik hem ken, ga ik er vanuit dat de beschuldigingen niet kloppen. We hebben daar trouwens in dit land een rechter voor.

youp van 't hek laatste voorstelling
Foto: Bob Bronshoff

„Met Matthijs van Nieuwkerk ben ik al lang goed bevriend. Ook een geslagen man, vooral geraakt. Ik heb ook weleens bij mijn bedrijf Hekwerk de boel kort en klein gescholden. Dat hoort niet, maar gebeurt soms. Ik kan me er alles bij voorstellen. 

Weet je wie ik best vaak spreek? André van Duin. Die woont een gracht verder. We drinken koffie, eten wat. We bewonderen elkaars werk. Ook André Rieu zat onlangs in de zaal in Maastricht. Welk theater ik het fijnste vond, informeerde hij. Ik noemde Groningen, Carré. En jij, vroeg ik. Hij antwoordde: Tokio, Lima… Mooi hè?”

Echtgenoot, vader, grootvader

„Mijn vrouw Debby is onbewust mijn anker en baken. Ik ontmoette haar op haar eindexamenfeestje in Vinkeveen. We zijn nu 50 jaar samen, met een kleine onderbreking. Ik heb drie kleinkinderen. Sam van veertien is de oudste. Die kijkt inmiddels letterlijk op mij neer, zo’n grote vent al. En hij is voor Feyenoord – zijn vader en grootvader studeerden in Rotterdam. Dat is voor opa met zijn Ajax-hart even wennen. Feyenoord… We hebben ze tien jaar lang zitten pesten, maar nu slaan ze genadeloos terug. En terecht!

Davine is acht en Gulia is net één jaar geworden. De twee oudsten zijn van dochter Sterre, de jongste van Anna. Mijn zoon Julius oefent nog. Ik heb groot geluk gehad met mijn familie, ben zeer trots op ze. Van alle kinderen kreeg ik het aanbod om een keer individueel met ze op reis te gaan. Ik vermoed wel op mijn kosten, maar hartstikke leuk toch?

Een opa-dag? Nee, dat zit niet in me. Ik hoor stellen van mijn leeftijd zeggen: ‘Maandag passen we altijd op de kleinkinderen.’ Dat moet iedereen lekker zelf weten, maar ik blijf er niet voor thuis. Mijn dochters vragen me ook niet. Ze laten ook hun auto’s niet door mij repareren.”

Leven en dood

„Ik heb allemaal lieve vrienden, maar we worden oud. Eén heeft er ALS, de ander staat op omvallen. Onlangs overleed mijn broer. We komen op een leeftijd dat de kans op ellende en doodgaan toeneemt.

Ik ben niet zozeer door de dood gefascineerd, als wel door het leven. Mijn blik op dit bestaan zorgt voor een ernstige relativering van de mensheid. Ik begrijp er niets van dat de Rijdende Rechter bestaat. En Bed & Breakfast. Iemand die zegt dat zij graag een haakje voor een handdoekje had willen hebben. Dat je het vindt is al erg genoeg, maar dat je het openlijk op nationale tv zegt. En met de andere B&B mensen naar volksdansen gaat. Onder leiding van een leraar die ook niet helemaal goed is.

Wat ik maar wil zeggen: voor je doodgaat moet je een beetje leven, hè? Ik begrijp veel mensen niet. Dat je voor je voetbalclub 80 tramhuisjes kort en klein slaat. Dat je dat doet voor een paar jongens die 40 miljoen per uur verdienen. Dat heeft me vanaf het moment dat ik zelfstandig kon denken beziggehouden. De verwondering, de verbijstering.”

René Froger brengt alles van Nederlandse artiesten onder één dak: ‘Eén druk op de knop, niet meer schakelen’

Hoeveel spaargeld heb je in 2024 nodig met het salaris van Jan Modaal?

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Reacties