Iris Hermans
Iris Hermans Binnenland 27 feb 2017
Leestijd: 4 minuten

Amsterdamse Bos heeft enorm bos hout voor de stad

Dit hout is geliefd. Het zagen gebeurt in de houtzagerij, waar de Rolls Royce onder de zagen staat: de Woodmizer, de houten droom van elke zager.

Als je er toch bent… Wil je natuurlijk wel even als een boomstam in de zaag liggen. #Firsttimer.

Midden in het bos

Het Amsterdamse Bos is meer dan een uitlaatplek voor de hond, jogroute voor de sportieveling of ’s zomers dansgras voor de festivalliefhebber. Midden in het bos zit namelijk de houtzagerij waar sterke zaagwerkers de omgevallen of omgezaagde bomen verzagen tot producten die worden gebruikt in het bos zelf of als kant en klaar halffabricaat de stad ingaan. Want hout uit dit bos is geliefd onder Amsterdammers en menig kunstenaar, meubelmaker en zelfs skateboard- en speeldoosbouwer gebruikt het. „Leuk toch als je kunt zeggen: ik zit of ga hard op het Amsterdamse Bos?” Arno Heemskerk is projectleider en de man die in 2010 een Eureka-moment beleefde toen hij door het bos liep en zag hoeveel hout het bos eigenlijk huisvest.

Kunst van hout

Kunstroute

Daar kunnen we wat mee, dacht hij. Het begon met zagen ‘voor eigen parochie’ -„hekwerken en beschoeiingen en zo”- tot daar ook aanvragen uit de stad kwamen. Ook staan door het hele bos kunstwerken van hout uit eigen bos, „meer dan je denkt” en hij lijkt weer een Eureka-momentje te beleven, „misschien leuk om een keer een kunstroute maken…” Arno is houtliefhebber en heeft zelf ook een Amsterdams Bosstammetje thuis, „perfect als bijzettafel om een biertje op te zetten!” Hij heeft als hovenier het groen in zijn vingers en de hogere tuinbouwschool gedaan. Als kleine Arno wist hij wel dat-ie in de natuur terecht zou komen. „Ik werd geïnspireerd door mijn buurman die hovenier was, dat vond ik zo’n stoere vent.”

Werkgelegenheid

Toch is het belangrijkste aan dit houtproject de werkgelegenheid dat het biedt, vervolgt hij. Aan werkelozen die instromen uit het project Werk en Re-integratie en een groep mensen uit het project Arbeidsbeperkten, „onder leiding van onze werkmeester Wil Lauwers kunnen ze hier weer stappen in hun proces maken.” De bomen die worden gezaagd zijn voornamelijk ‘dunning-bomen’ die eruit moeten om ruimte te creëren en bomen die een gevaar voor de bezoekers opleveren.

In de Boswinkel

In De Boswinkel is een deel van het hout te koop. Van robuust haardhout (eik, beuk, esdoorn, es: 5 euro per grote zak) tot mooie houten speeldoosjes waaruit Tulpen uit Amsterdam klinkt. Of het skateboard van Woody, waarvan er nog een is, „ze gingen hard.” De houtopbrengst gaat voor het grootste deel naar het Werk en Re-integratie-project, „en blijft dus gewoon hier in het bos.”

je kunt er van alles mee

Houtentiek

Kom, we gaan naar de houtzagerij en hij stapt de elektrische terreinwagen in, waar de onmiskenbare drie kruizen op de deuren prijken, Bosbeheer valt onder de gemeente Amsterdam. Onderweg wijst hij ‘een mooi laantje beuken’ aan en een groep berken. De bad boys onder de bomen, „ze groeien heel snel en zijn dominant in de ruimte die ze innemen.” Hij kent zijn bomen, blijkt wanneer hij de een na de ander aanwijst. Eik, esdoorn, ‘een mooi straatje populieren’, de kastanje… ‘Houtenthiek’ zijn de bomen: allemaal verschillend, al zitten ze wel gezamenlijk ‘in de puberteit.’ „Ze zijn een jaar of 80,” licht de houtkenner toe, „dat is voor een boom nog jong, een beetje boom is pas een vent vanaf 120 jaar.”

Stadsplank

De zagerij ligt pal naast het huis waar een van de boswachters in woont. Op het terrein een Dixie, een wagen voor warmte en koffie en heel veel stammen opeengestapeld op een hoop. Ernaast een zestigtal op maat gezaagde planken, die straks linea recta naar een meubelmaker kunnen, of naar Stadsplank, waar ze plankjes maken met daarop de boompersonalia, van plant- tot kapjaar en waar in het bos hij precies heeft gewoond. In restaurant RIJKS gebruiken ze deze, weet hij, „en Sissy Boy heeft onlangs een hele partij van Stadsplank opgekocht.”

In de zagerij wordt hard gewerkt. Mondkapje en oorbescherming op, áltijd achter de zaag blijven / Stadsplank.nl

Achter de zaag…

Hij loopt naar de afkapping toe, waar de zaag onder staat. Maar niet zomaar een zaag, aait hij bijna liefkozend over het oranje gevaarte, „een echte lintzaag.” De Woodmizer om precies te zijn, „de Rolls Royce onder de zagen.” De belangrijkste regel hier luidt: altijd áchter de zaag blijven. Hij staat nu uit, maar, en nu kijkt hij even streng, „levensgevaarlijk als-ie aantaat.” Vandaar ook dat werkmeester Wil Lauwers hier de boel goed in de gaten houdt en de zaagmannen beschermende kleding, oorbescherming en een mondkap dragen.

Aroma

Nee, er is nog nooit een ongeluk gebeurd, maar hij klopt snel af -genoeg ongelakt hout hier-, „dat willen we graag zo houden.” Houtman Heemskerk opent tot slot de deur van de houtdroger, waar stammen een week of zes worden gedroogd. Een onmiskenbaar aroma van vochtig hout stroomt direct de neusvleugels in, „lekker, hè”, snuift hij met ogen dicht en een glimlach op zijn gezicht. „Ik houd echt van hout.”

Een aroma van vers vochtig hout stroomt direct de neusvleugels in. Lekker.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.