Leef en laten leven.

Rick de Breij 5 jul 2017

RTL late night betekent voor mij een moment van rust en ontspanning na een lange dag werken.Van het gesprek afgelopen maandagavond met de redacteur van het Katholiek Nieuwblad, Anton de Wit, gingen mijn haren echter recht overeind staan. Niet zozeer vanwege de mening van de heer de Wit, wel van de manier waarop ‘de vrije media’ met zijn mening omging.
Anton de Wit was aangeschoven om zijn mening over het homohuwelijk toe te lichten. Hij verkondigde dat hij vind dat het huwelijk een instituut is voor man en vrouw, maar dat hij geen haat koestert tegenover homo’s en deze mensen ook volledig accepteert. Zijn mening over het homohuwelijk deel ik in de verste verte niet, maar de manier waarop er op zijn standpunt werd gereageerd choqueerde mij.
De heer de Wit heeft geen enkele zin fatsoenlijk kunnen afmaken zonder dat Beau van Erven Dorens, Ali B, of rapper Boef hem in de rede viel met vooringenomen en ongefundeerde standpunten. Het was van ieders gezicht af te lezen dat men er direct al vanuit geen dat deze man homoseksuelen als ongelijk beschouwt, en hen verafschuwt. Iedere keer dat de heer de Wit zijn standpunt probeerde te onderbouwen, vlogen de drogredeneringen hem om de oren. ‘Wat zou je reactie zijn als jouw kind homoseksueel zou zijn?’ vroeg Ali B. ‘Nou, het is niet dat ik op de tafel zou dansen, maar ik zou hem wel met evenveel liefde ontvangen’ reageerde De Wit. ‘Dus je kunt je kind niet accepteren zoals hij is?’ was de reactie. Een typisch voorbeeld van een vooringenomen standpunt.
Ten slotte kwam nog het opmerkelijke feit aan tafel dat Merkel tegen haar eigen wetsvoorstel had gestemd. Net toen De Wit duidelijk wilde maken dat dit een fantastisch voorbeeld is van democratie, namelijk dat een leider van een land een wetsvoorstel in stemming brengt waar zij zelf tegen is, reageerde Ali B. door te zeggen ‘dat Nazi-Duitsland dan ook een democratie was’. ‘Leef en laat leven’ was zijn laatste woord.

Leef en laat leven. Het klinkt inderdaad als een nobel streven waar veel gelovigen nog een hoop van zouden kunnen leren. Maar geld dat nét zo voor niet-gelovigen? Is dit gesprek niet juist een voorbeeld geweest van een geval waarbij we hadden moeten zeggen, ‘ik mijn mening, jij jouw mening, en iedereen mag zijn of haar opvattingen hebben?’ Wanneer we dit écht nastreven, dan moeten we ook accepteren dat er mensen zijn met een mening die niet overeenkomt met de onze!