Atlas en Daniel

Louis de Mast 24 aug 2015

Midden in de Jordaan zie ik Atlas zitten. Gespierd torso, onder de tatoeages en een verwilderde blik in de ogen, toch straalt deze bonkige man een soort zachtheid uit. Hij schuift onrustig op zijn rode Ajax-strandstoel. Atlas heeft zijn territorium afgebakend met teksten en spullen; ik zie diep verdriet in zijn ogen. Stil ga ik op een bankje naast hem zitten. Hij gaat een shagje voor me draaien. Ik open een blik halve liter bier.
En dan komt zijn levensverhaal omhoog in zwaar Russisch accent. “Mijn kinderen zijn afgepakt door Bureau Jeugdzorg twee maanden geleden. Mijn vrouw is dood, ze heeft drie maanden geleden een einde aan haar leven gemaakt. Ik ben alles kwijt, ik leef op de hoop dat ik mijn kinderen ooit nog kan zien. Gisterenavond zat ik hier te chillen en dronk een biertje, maar dat mocht niet van de politie. Ze hebben me gekneveld en mishandeld, zie hier de wonden op de benen en de bekeuring die ik heb gekregen.”
Stil van zoveel verlies en ellende laat ik zijn verhaal op me inwerken. “Beloof me dat je blijft leven voor je kinderen,” druk ik hem op het hart. Atlas belooft het. Dan komt Daniel naast me zitten. “Atlas heeft me gebalsemd, met olie ingewreven. Wij proberen elkaar vooruit te helpen, hoe hard de wereld ook is. Vroeger werkte ik als vuilnisman, nu heb ik niks meer behalve mijn armen, benen, hoofd en hart.”
Dan is het mijn beurt. “Zelfdoding heb ik twee keer van dichtbij meegemaakt. Nu ben ik best gelukkig, alhoewel verdriet nooit ver weg is. In het dagelijks leven ben ik directeur van een Geluksfabriek en een soort filosoof. Een vrouw waarvan ik dacht dat het mijn grote liefde was, heeft me onlangs verlaten. Ze woont hier in de buurt, ik ga een roos in haar brievenbus doen.” Atlas is bij een café naar de toilet en kijkt of hij de camerabeelden kan achterhalen. Daniel kijkt me recht in de ogen met een zachte en vochtige blik.
“Ik geloof je. Jouw ex-vriendin weet niet wat ze mist. Je bent een goed mens.” En ik fluister terug: “jij en Atlas zijn ook lief.” Ik besef me eens hoe oneerlijk en onrechtvaardig het voelt dat sommige talentvolle, liefdevolle en integere mensen geconfronteerd worden met zoveel pech. Iemand zei me ooit: “blijkbaar zijn jouw schouders sterk genoeg om al dat verlies te dragen.”Die gedachte biedt troost. Mijn reis gaat verder, maar Atlas en Daniel zullen altijd met me meereizen. Niemand kan alleen deze wereld op zijn schouders torsen. We hebben elkaar nodig om deze harde wereld draaglijk te maken.