Nice

Jeroen Kraakman 15 jul 2016

De jurybeslissingen in de Tour de France. Welk koffiezetapparaat te kopen. De brief waarvan ik de woorden maar niet op papier krijg. Het WK Zwemmen in open water. De dagelijks wisselende inrichting van mijn woonkamer. Het nieuwe boek waar ik in ben begonnen en dat maar niet kan boeien. De naweeën van een lang weekend North Sea Jazz. De weinige reacties op mijn laatste verhalen. De nieuwe ideeën. De Rabobank. Mijn kwakkelende gezondheid. Het waterige zomerweer.

Pokemon Go. De running mate van Trump. De emails van Clinton. De zon die zowaar schijnt vanochtend. De slechte nachten. De opgebrande lucifers die ik verzamel in een keukenla. De constante stroom voetbaltransfers. Het liefdesleven van Mick Jagger en Tim Hiddleston. Het einde van de vakantie. De keuze tussen verse ananas en semi-verse ananas. De zeurende poes die rond mijn enkels drentelt. Mijn merktemplate. Het vakantieverhaal dat ik vandaag zou verspreiden. Hardlopen.

Denken over kunst. De kroeg. De afwas. Nieuwe schoenen. Yoghurt of bruin brood. Het begin van de vakantie. Welke plaat op te zetten. Wat te doen. Wat te denken. Wie te bellen. Waarheen te gaan. Wat te doen. Lachen of huilen. Dansen of liggen. Meeleven of negeren. Cynisme of verbondenheid. Schaamte of schuldeloosheid. Woede of verdriet. De groten of de kleintjes. Doorgaan of stilstaan. Proberen of opgeven. Wat te doen. Wat te doen.

Alle zin om mij druk te maken over problemen groot en klein, persoonlijk of niet, is verdwenen. Alle energie om na te denken over de perfecte volgende zin is verloren. Alle interesse in de Tour de France, het WK zwemmen en mijn eigen hardlooptrainingen is kwijt. Verloren gegaan in apathie. Een mens kan het leed van de wereld niet op de schouders nemen. De vorige tien aanslagen huilde ik in stilte en leefde langzaamaan verder. “Als we opgeven winnen de aanvallers”, zo prentte ik mijzelf in.

Maar er zijn mensen dood. Mensen die dit risico niet konden inschatten toen ze gister opstonden. Er zijn mensen dood. Ik ken geen enkele van hen, toch voel ik hun verscheiden nadreunen in iedere vezel van mijn lijf. Er zijn mensen dood. Nietsvermoedende mensen. Mensen als jij en ik, onze families en vrienden. Ze stonden gistermorgen op, deden wat ze altijd deden. Gingen de straat op. Leefden hun leven. En nu is dat leven voorbij. Voor de zoveelste dag dit jaar zijn er mensen dood. Zomaar. Ze zijn dood. Dat is de realiteit van vandaag. Nothing else matters.