Redactie Metro
Redactie Metro Binnenland 13 jun 2019
Leestijd: 12 minuten

Liever een verre vriend dan een slechte buur

“7.00 uur is een heel normale tijd om op te staan.” Hij zei het echt, mijn buurman. Elke dag gilt zijn wekker om 7.00 uur, ook naar mij, een uur voordat ik op moet staan. Ik hoor hem boven mijn hoofd rondstampen. Er ligt geen tapijt op de houten vloer, zijn schoenen zijn van hard leer. Op de een of andere manier moet hij veel rondlopen voordat hij eindelijk weggaat om 7.40 uur en ik nog 20 minuten kan slapen. Toen ik hem op een ochtend om 7.42 uur vroeg of hij misschien zijn schoenen pas bij het weggaan aan wilde trekken, kreeg ik te horen dat ik maar om 7.00 uur wakker moest worden. Hij liep verder. Ik gooide de deur iets te hard dicht.

Schrijnende verhalen

Problemen tussen buren heb je in alle soorten en maten. Van kleine ergernissen over een kinderfietsje dat in de weg staat tot ernstige geluidsoverlast en serieuze pesterijen. Ruzie met de buren kan zo hoog oplopen dat je je niet meer op je gemak of zelfs onveilig voelt in je eigen huis.

Daar weten ze bij de Advieslijn Woonoverlast Rotterdam (AWR) van de gemeente Rotterdam alles van. Die kun je bellen als je het niet meer weet of als praten met je buren geen optie is.

“We horen soms schrijnende verhalen, van mensen die niet meer kunnen slapen van ellende”, vertelt Fica Djohani, die de advieslijn opzette met haar bedrijf CoCon. Het werkt: de lijn is begin dit jaar geopend en in de eerste drie maanden kwamen er al 300 telefoontjes binnen. “Alleen al de mogelijkheid tot bellen kan enorm helpen. Veel instanties hebben gewoon geen tijd om je verhaal aan te horen. Bij ons kun je in elk geval je verhaal kwijt, wellicht in afwachting van een oplossing. In ongeveer twee derde van de gevallen kunnen we tips geven waarmee mensen weer verder kunnen. In de andere gevallen bieden we buurtbemiddeling aan of verwijzen we door naar het wijkteam, de politie of de wooncorporatie. Uiteraard alleen met toestemming van de beller.”

Advieslijn Woonoverlast

De AWR is een soort voorportaal. Deze buurtbemiddeling is kosteloos. Je kunt vrijblijvend bellen voor advies en praktische informatie, zonder wachttijd. De hulp is vooral gericht op wat mensen zelf nog kunnen doen. Denk aan een nieuwe manier om het gesprek te openen, een aardig briefje ophangen of iets anders om uit een vervelende sfeer te komen. De lijn is opgezet omdat er behoefte bleek aan een meer vrijblijvend traject dan buurtbemiddeling en waarvan je anoniem gebruik kunt maken.

Fica Djohani: “In 22 jaar buurtbemiddeling zien we regelmatig dat bewoners dit nog een te zware optie vinden. Of dat ze het doen omdat de verhuurder het als voorwaarde stelt. Want dat komt ook voor bij burenruzies. De AWR kan bellers stimuleren om alsnog van buurtbemiddeling gebruik te maken.” De AWR wordt mogelijk gemaakt door de gemeente en wooncorporaties en je belt gewoon tegen lokaal tarief. Sinds de advieslijn draait, worden er meer burenruzies opgelost doordat mensen er zelf mee aan de slag gaan. Bij doorverwijzing naar buurtbemiddeling is het streven dat de zaak in een week opgepakt wordt. Op dit moment duurt dat langer omdat er een groot tekort aan vrijwilligers is.

Buurtbemiddeling

Hoe werkt buurtbemiddeling eigenlijk? Als je bent doorverwezen naar buurtbemiddeling – nadat je aantoonbaar je best hebt gedaan om met de ander te gaan praten – worden er twee vrijwilligers ingezet om bij het contact te helpen. “Degene die met de vraag komt, noemen we bewoner A”, aldus Djohani. “Daar hebben we eerst een gesprek mee: wat zijn de problemen, wat is voor hen een goede oplossing. Daarna zoeken we contact met de buur, bewoner B. Soms weet die niet eens dat A de situatie als negatief ervaart. Ook diens verhaal horen we aan. Soms heeft die ook klachten over bewoner A. Als A en B het eens zijn om een bemiddelingsgesprek aan te gaan, dat gebeurt in ongeveer een derde van de gevallen, dan wordt een gesprek op een neutrale locatie voorgesteld.”

Vaak blijkt die boze buurman best bereid om in gesprek te gaan. “Wat helpt, is dat de bemiddelaars vrijwilligers zijn. Dat voelt niet zo opgelegd.” Alle bemiddelaars volgen de basistraining Buurtbemiddeling. Velen van hen hebben ook al jarenlange ervaring. Ze komen altijd samen: twee weten meer dan een en zo heb je ook minder snel de schijn van partijdigheid. Het is ook veiliger, al vertelt Fica dat ze in de 22 jaar dat ze buurtbemiddeling organiseert, nog nooit een gevaarlijke situatie meemaakte. Fica: “Tijdens het gesprek zorgen we dat beide partijen hun verhaal kunnen doen, met alle emoties die daarbij horen. Als ze naar elkaar hebben geluisterd, is er doorgaans al meer begrip. Dan is het vervolgens de bedoeling dat ze samen tot een oplossing komen voor de toekomst. Ik wil niet te dramatisch doen, maar er gebeuren dingen die anders niet tot stand komen. De kracht van buurtbemiddeling is dat wij niks oplossen. Het is hun eigen verantwoordelijkheid. Doordat ze zelf bedenken wat ze samen aan het probleem kunnen doen, zijn de afspraken duurzamer. Bovendien is er dan een basis gelegd om ook bij problemen in de toekomst constructief met elkaar te kunnen praten.”

Groei

Het aantal mensen dat bemiddeling vraagt bij een burenruzie, groeit. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) rekent voor dat het aantal meldingen bij buurtbemiddelingsorganisaties in 2017 steeg van 13.000 naar 15.000. Djohani beaamt dit: “We zien vooral een stijging van complexe problemen, waarbij bijvoorbeeld iemand betrokken is die moeite heeft met zelfstandig wonen. Dat komt omdat de zorg anders is georganiseerd waardoor mensen langer thuis op zichzelf aangewezen zijn, waar vroeger een dagvoorziening was of een mogelijkheid tot opname in de hupverlening. We zien steeds vaker dat er een begeleider meekomt naar een gesprek. We kunnen niet altijd hulp bieden bij zulke zaken. Voor ons is een goede samenwerking met andere instanties, zoals de coördinator woonoverlast, woonconsulenten, zorgteams en wijkagenten, van groot belang. Korte lijnen helpen om snel naar elkaar door te verwijzen en waar nodig te overleggen.”

Keiharde muziek

Een bewoonster van Rotterdam Noord die graag anoniem wil blijven, kan het beamen. “In ons eerste koophuis bleken we boven iemand te wonen die enorm vaak harde muziek draaide, maar dan ook echt keihard. Bij de kennismaking konden we meteen vragen of het wat zachter kon. Dat is natuurlijk geen leuke binnenkomer. De sfeer was gelijk onprettig. Andere buren hadden ook de politie weleens gebeld. Er was ook veel geschreeuw. En als hij boos was, kwam er weleens een bloempot naar beneden. Om te voorkomen dat het escaleerde, heb ik met de politie overlegd. Die raadde buurtbemiddeling aan. De buurman wilde meewerken – dat vond ik wel bijzonder. Maar er kwam uiteindelijk niets uit. Hij ging weliswaar een koptelefoon dragen, maar het geschreeuw en gesmijt met dingen bleef een dagelijks probleem. Het was intussen ook echt een ding tussen ons geworden. Ik kreeg er ontzettend veel stress van. Ik was boos en voelde me helemaal niet prettig in mijn leuke jaren-30-huis. Uiteindelijk is een verziekte relatie met iemand die door het lint kan gaan, gewoon bedreigend. Na tweeënhalf jaar zijn we verhuisd. Vanwege de overlast.”

Fica herkent zulke situaties: “Soms zit er gewoon echt niets anders op.” Procedures om iemand te dwingen tot ander gedrag of zelfs uit zijn huis te laten zetten zijn – terecht – lange en zware trajecten. Daar heb je soms geen energie meer voor.

Korte lontjes

Volgens Djohani is de stijging van het aantal vragen om buurtbemiddeling niet alleen te verklaren uit complexere gevallen. Ook blijken mensen steeds minder bereid om dingen zelf aan te pakken. “Mensen gaan eerst naar de verhuurder. Ze vinden dat die verantwoordelijk is voor hun woongenot en het moet oplossen. Vaak hebben ze gewoon geen zin om zelf te gaan praten, al dan niet doordat ze zich laten weerhouden door allerlei aannames over de ander. Dat afschuiven van verantwoordelijkheid was in de jaren 90 aanleiding om met buurtbemiddeling te starten, toen er voor alles wel een loket bestond dat je verder kon helpen. Mensen moeten meer verantwoordelijk worden voor hun eigen situatie en meedenken hoe ze problemen samen kunnen oplossen. Daarom ben ik zelf ook behoorlijk lyrisch over buurtbemiddeling. En dan zijn er natuurlijk nog de korte lontjes: mensen accepteren minder van elkaar, samenleving en politiek polariseren en zoomen juist in op verschillen. We kijken veel te weinig naar onze overeenkomsten.”

Wat als het niet lukt?

Bij echt ernstige conflicten helpt buurtbemiddeling soms niet meer. Dan wordt het probleem een zaak van de overlastcoördinator van de gemeente of de politie. Als buurtbemiddeling en een waarschuwing niet werken, kan de gemeente een boete opleggen. Uiteindelijk kan op basis van de Wet aanpak woonoverlast de burgemeester worden ingeschakeld. Die geeft een specifieke gedragsaanwijzing aan de overlastgever, of het nu gaat om een huurder of de bezitter van een huis.

De mediator

Een tussenstap is de mediator, een geregistreerde bemiddelaar met een speciale opleiding. Dat is bindender dan buurtbemiddeling en bovendien niet kosteloos. De mediator wordt ingeschakeld door bijvoorbeeld de wooncorporatie of de gemeente als een zaak urgent is of te complex voor buurtbemiddeling.

Jefke van Kerkwijk is zo’n professionele mediator. Ze begint meteen een warm pleidooi voor buurtbemiddeling: “Buurtbemiddeling zou veel meer aandacht en waardering moeten krijgen bij wooncorporaties! Er is niet altijd even veel enthousiasme om het financieel te ondersteunen. Terwijl het als onafhankelijk orgaan fantastisch is. Het kost weinig en levert veel op: een veel beter leefklimaat met minder klachten.” Zelf is Van Kerkwijk jarenlang vrijwilliger geweest bij buurtbemiddeling. “In sommige gevallen kan het fijn zijn om een zwaarder middel in te zetten. Soms wordt een professional serieuzer genomen dan een vrijwilliger. Ik werk met ondertekende afspraken vooraf – in die zin is het zwaarder. Slaagt de mediation, dan kunnen mensen vrijwillig een contract opstellen, dat ze kunnen laten handhaven door bijvoorbeeld de huisbaas. Dat hóéft niet, ik vertel ook niet aan de huisbaas of de mediation geslaagd is of niet.”

Koekjes bakken

Het belangrijkste dat Van Kerkwijk doet, is mensen laten zien dat ze invloed op de situatie hebben. Ook bij haar is communicatie het sleutelwoord. “Mensen nemen vaak dingen aan omdat ze elkaar niet kennen. En wat je uitstraalt, krijg je terug. Ik help mensen naar elkaars verhaal te luisteren en ze te laten zien wat ze zelf kunnen bijdragen. Want mensen voelen zich vaak onmachtig. Ze kunnen elkaar niet meer bereiken. Als je dat kunt doorbreken, is er veel winst te behalen. Mensen die elkaar eerst haten en dan een heel leuk contact krijgen. Dat is geweldig voor de sociale cohesie.” Fica van Buurtbemiddeling geeft een mooi voorbeeld. “We hadden een klacht van een oudere vrouw die zich vreselijk stoorde aan de verwaarloosde tuin van de buren. In het bemiddelingsgesprek bleek dat ze haar man net had verloren. De tuin was hun lust en hun leven, maar alleen kon ze het niet meer. Omdat de buren niks aan hun tuin deden, kreeg zij extra onkruid in haar tuin. De buurman was oprecht verrast hoe dat haar kwetste en bood aan in haar tuin te helpen. Zij bakte dan weer koekjes voor haar buren. Als je het voor elkaar krijgt dat mensen echt naar elkaar luisteren, breng je mensen bij elkaar en kunnen er mooie dingen ontstaan. Daar kan ik een boek vol over schrijven.”

De ik-boodschap

En hoe zal ik het zelf eens aanpakken met mijn stampende buurman? “Belangrijk is dat je een ik-boodschap geeft”, zegt Jefke van Kerkwijk streng, nadat ze mijn verhaal heeft aangehoord. “Zeg niet: jij moet je schoenen uitdoen. Zeg: ik wil zo graag wat langer slapen, kunnen we daar iets op verzinnen? Misschien wil hij liever vloerbedekking nemen dan zijn schoenen uitdoen. Niemand zit te wachten op een opdracht. Nodig uit om mee te denken. Want het is niet zijn probleem dat jij tot 8.00 uur wilt slapen. Nog een tip: ga niet witheet van woede het gesprek aan! Wacht tot je afgekoeld bent, want anders ga je de ander zeker verwijten maken.”

Been gebroken, overlast weg

Hoewel ik het vaste voornemen had om bij de buurman aan te bellen met een ik-boodschap – er ging wat tijd overheen – liep het per ongeluk vanzelf goed af. Dat kwam omdat de buurman boven hém zijn been brak. Die kwam ’s nachts thuis van het uitgaan en hinkte nog een tijdje rond met zijn krukken op de houten vloer. Daardoor begreep mijn buurman opeens hoe het voor mij moest klinken als hij op schoenen rondliep. Op een dag vertelde hij terloops dat hij zijn schoenen pas op het laatst zou aantrekken, omdat hij had gehoord hoe het klonk met herrie boven je hoofd. Fijn. Maar toch ook wel jammer dat ik nu niet kon oefenen met mijn ik-boodschap en eventueel gezellig met buurtbemiddeling om de tafel.

Oproep AWR010: word buurtbemiddelaar

Anderen helpen om bij elkaar te komen als er ruzie is ontstaan, word jij daar enthousiast van? Ben je goed in luisteren en heb je enkele dagdelen per maand beschikbaar als vrijwilliger? Dan kun je buurtbemiddelaar worden bij AWR010. Je krijgt vooraf de basistraining Buurtbemiddeling met theorie en praktijkoefeningen om goed te leren bemiddelen. Bel 088 3 777 666.

Eerste en meer hulp bij burenruzie

  1. Als je ergens last van hebt, praat dan zo snel mogelijk met je buren. Hoe langer je wacht, hoe lastiger het wordt. Op problemenmetjeburen.nl vind je heel veel tips.
  2. Lukt praten niet of niet meer? Dan zijn er verschillende opties. Het slimst is eerst AWR010 te bellen: 088 3 777 666. Als het nodig is, verwijzen zij je door naar buurtbemiddeling of een andere instantie.
  3. Houdt de overlast aan? Woonoverlast kun je ook melden bij de huiseigenaar of wooncorporatie of de gemeente. De gemeente bereik je via de website rotterdam.nl of telefoonnummer 14 010.
  4. Voor zeer ernstige of bedreigende situaties bel je de politie: 0900-8844. Bij spoed: 112.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.