Jeroen Haverkort
Jeroen Haverkort Sport 5 feb 2018
Leestijd: 3 minuten

Baanbrekend onderzoek naar meest ideale schaatsslag

Schaatsen zit in ons DNA, maar toch weten we nog steeds niet wat nu eigenlijk de ideale schaatsslag is. Promovenda Eline van der Kruk ging op zoek naar die slag en ontwikkelde ‘meetschaatsen’ en een 3D-computermodel van een schaatser. „Deze moeten het op termijn mogelijk maken om schaatsers en coaches visuele real-time feedback te geven tijdens trainingen”, zegt Van der Kruk die komende donderdag promoveert op dit onderwerp aan de TU Delft.

Zuid-Koreaanse Sven

„Er is niet één ideale schaatsslag”, aldus Van der Kruk. „Het is niet zo dat als een Zuid-Koreaanse schaatser hetzelfde zou doen als Sven Kramer hij harder zou gaan. De meest ideale schaatsslag is afhankelijk van lichaamsbouw en kracht. Maar we kunnen er in de toekomst wel naartoe dat het voor een coach makkelijk te achterhalen is wat de ideale schaatsslag voor zijn pupil is.”

Van der Kruk komt met een voorbeeld: „Het komt nog vaak voor dat een schaatser in het begin van het seizoen klaagt dat hij of zij ‘de slag kwijt is’. In de zomer zijn ze druk bezig geweest met krachttraining waardoor hun lichaam veranderd is. Dit heeft invloed op de manier waarop je schaatst. Je moet dan weer op zoek naar het juiste gevoel en dat kost tijd. Het is een pure revolutie als er straks een model is waarin je de veranderde variabelen kunt zetten waardoor je in een oogopslag kunt zien hoe je je slag kunt aanpassen.”

Gevoel leidend

Van der Kruk merkte tijdens haar onderzoek dat gevoel in de meeste gevallen leidend is in de schaatssport. „Neem bijvoorbeeld Sven Kramer. Die loopt al zo lang mee dat hij precies op gevoel weet welk blad hij onder zijn schaatsen moet zetten. Maar voordat hij het juiste blad te pakken heeft, zijn er 19 door hem afgekeurd. Dat hoeft straks niet meer.”

In haar onderzoek ontwikkelde Van der Kruk een 3D-model. „Dit model heb ik gebaseerd op natuurkundige en wiskundige wetten en vervolgens losgelaten op de schaatsers. Ik heb hun kracht en afzet gemeten door middel van ‘meetschaatsen’. Tussen de schoen en de schaats heb ik sensoren geplaatst, een zogenaamde ‘meetbrug’ die de afzetkrachten van de schaatser nauwkeurig kunnen meten. De volgende stap is om nu het model te optimaliseren om zo erachter te komen wat de meest ideale schaatsslag is.”

Lastige klus

Dat is een lastige klus benadrukt Van der Kruk: „Schaatsen is een beweging met veel parameters, denk aan verschillen in massa, beenlengte en kracht van de schaatser. Bovendien lijken er verschillende optimale technieken te bestaan voor verschillende schaatsers. Trainers zijn nu lang op zoek naar de ideale individuele techniek voor hun pupil. Met dit model kunnen we al optimalisaties doen die natuurkundig betere, of zelfs nieuwe schaatsslagen vinden. De volgende stap is om de optimalisaties zo aan te passen dat er alleen voor de schaatser realistische slagen gevonden worden.”

De ideale schaatsslag is per schaatser dus verschillend, maar ook de afstand die moet worden afgelegd is van invloed. „De meest efficiënte schaatsslag is wel wat anders dan de meest snelle schaatsslag”, zegt Van der Kruk. „De meest snelle schaatsslag is misschien uit te houden op de 500m, maar de 10km vraagt een hele andere schaatsslag. En wat te denken van de shorttrackers? Die hebben weer een hele andere techniek, maar voor hen is er een draadloze geïnstrumenteerde schaats ontwikkeld die ook voor het shorttrack-schaatsen de afzetkrachten meet.”

Kinderschoenen

Van der Kruk benadrukt dat haar onderzoek nog in de kinderschoenen staat. „In de praktijk blijkt het nauwkeurig meten van bepaalde onderdelen van de schaatsbeweging, bijvoorbeeld de stuurhoek, erg lastig. Het precies meten van positie en snelheid van elk stukje van een bewegende schaatser op een ijsbaan, is een echte uitdaging, onder meer vanwege de grote omvang die één schaatsslag bestrijkt. Op dit moment is het wachten op nieuwe technologische ontwikkelingen op sensorgebied zodat we nauwkeurige metingen op de 400-meterbaan kunnen doen. Nu is het bij 50 meter gebleven. Toch zie ik mijn onderzoek als een zeer waardevolle eerste aanzet.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.