Erik Jonk Nieuws 15 feb 2016, 07:15

Leestijd: 1 minuut

Nederlanders leren zich suf

Nederlanders blijven maar doorleren. Wat betreft het volgen van opleidingen en cursussen behoort ons land tot de top 5 van de Europese Unie. Vooral hoogopgeleiden, eind-twintigers en mensen die werken in de financiële dienstverlening, de gezondheidszorg of het onderwijs geven aan dat ze cursussen en opleidingen volgen voor hun werk of in vrije tijd. Dat maakt het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) maandag bekend.

Bijspijkercursusje

Bijna 18 procent van de Nederlanders van 25 tot 65 jaar gaf aan in 2014 te hebben geleerd. Dat zijn 1,6 miljoen mensen. Dat kan gaan om een workshop, een bijspijkercursusje Spaans of kunstgeschiedenis, maar ook een complete opleiding in het hoger onderwijs. Binnen de Europese Unie scoren alleen Denemarken, Zweden, Finland en Frankrijk een hoger percentage. Het minste doorgeleerd wordt er in Roemenië, Bulgarije en Kroatië.

Het gemiddelde in de Europese Unie ligt op 11 procent van de 25- tot 65-jarigen. De 18 procent is wat de Nederlandse Onderwijsraad betreft nog niet hoog genoeg. Nederland heeft zichzelf nu als doel gesteld dat in 2020 20 procent boven de leerboeken moet hangen.

Veranderingen

In ons land volgen relatief meer hoogopgeleiden dan laagopgeleiden een opleiding of cursus. Deels heeft dat te maken met hun beroepen. Medisch specialisten, advocaten en docenten krijgen bijvoorbeeld vaker te maken met veranderingen in het werk, waardoor bijscholing noodzakelijk of verplicht is.

Werklozen

Werkzame Nederlanders leren meer bij dan werklozen. Werkenden geven aan hun werk dan beter te kunnen doen en dat loopbaanperspectieven verbeteren. Mensen die lange extra opleidingen hebben afgerond stellen vaker dat zij promotie hebben gemaakt of een hoger salaris hebben gekregen, dan deelnemers aan korte opleidingen.