Maud
Maud Nachtboek van Maud 7 feb 2022
Leestijd: 4 minuten

#237 ‘Ligt Tommy daar te rampetampen met een of andere bimbo met een F-cup?’

Als Maud haar spullen pakt bij Tommy thuis, ontdekt ze een wildvreemde bh in zijn badkamer die absoluut niet van haar is. Ze krijgt knallende ruzie met hem. Hij beweert dat er een collega van hem is blijven slapen, maar Maud gelooft er helemaal niks van. In Madrid heeft ze een heerlijke tijd en ze spreekt met Gio af dat ze samen gaan eten als ze terug is. Maar eerst gaat ze bij Tommy langs, terwijl hij niet weet dat ze al ’s ochtends zal komen…

Met een bonzend hart loop ik richting het huis. Ik ben bloedbenauwd voor wat ik aan ga treffen. Ligt Tommy daar te rampetampen met een of andere bimbo met een F-cup? In mijn hoofd speel ik af hoe ik zijn imaginary nieuwe liefde aan haar haren uit bed sleur en in haar ondergoed op de gang van het appartementencomplex zet. Hoe ik huilend aan Tommy vraag hoe hij zo snel kan wisselen van vriendin en of onze relatie dan helemaal niks betekende?

Ergens weet ik dat het natuurlijk helemaal niet eerlijk is wat ik doe, denk en voel. Ik ben degene die een ander leuk vindt en die al maanden twijfelt tussen Tommy en Gio, maar ik vind het bijna ondragelijk dat Tommy binnen twee weken een ander heeft en dat het hem niks lijkt te kunnen schelen…

Met mijn oor op de deur

Als ik de sleutel in het slot steek, bonst mijn hart zo hard dat ik bang ben dat je het in de woonkamer van het appartement zou kunnen horen. Ik sluip naar binnen en kijk rond. Opgelucht haal ik adem: in de hal staan geen schoenen die ik niet ken. Ik loop naar de woonkamer en zie daar ook niks verdachts. Dan schuifel ik naar de slaapkamer. De deur zit dicht. Ik leg mijn oor op de deur om te horen of ik seksgeluiden hoor, maar ik hoor he-le-maal niks. Geen gekreun, geen gehijg, geen gesnurk…

‘BAM!’ Ik gil het uit van schrik, voel een knal en lig een seconde later op de grond. Ik voel een scherpe pijn door mijn neus schieten. De tranen stromen over mijn wangen. Als ik omhoog kijk zie ik Tommy met grote, geschrokken ogen naar me kijken. „Maud, WTF?!” roept hij zowel boos als zichtbaar geschrokken. Hij bukt om me een hand te geven zodat ik op kan staan. Het bloed stroomt uit mijn neus. Ik besef dat hij die paar seconden eerder blijkbaar keihard de deur open gegooid heeft, zich niet bewust van het feit dat ik erachter stond om te luisteren. Schijnbaar is mijn gehoor ook geen steek waard, want ik hoorde niet eens dat hij naar de deur gelopen was.

Verbandtrommel en tranen

Bezorgd manoeuvreert Tommy me naar de keuken toe, waar hij snel een verbandtrommel en keukenrol pakt om mijn bloedende neus te stoppen en te kijken of de schade verder beperkt is. De klap doet zo’n pijn dat ik even niet weet waar ik het zoeken moet. „Maud, waarom stond je daar dan ook? Ik heb je helemaal niet gehoord!” Hij kijkt me vragend aan. „Nou je wist toch dat ik kwam? Ik was alleen wat eerder. Weet ik veel waarom je me niet gehoord hebt!” lieg ik, terwijl ik naar de spiegel loop om mijn gezicht te bekijken. Het lijkt mee te vallen; mijn neus staat in elk geval nog recht.

Verbluft veeg ik de tranen van mijn gezicht. Tommy staat nog steeds verbaasd naar me te kijken. Dan zie ik dat zijn gezicht een beetje ontspant. „Wil je wat drinken?” vraagt hij. Nog voordat ik antwoord kan geven, begint hij mijn favoriete koffie te maken. Wederom schieten de tranen in mijn ogen, maar dit keer komt het niet omdat iemand in een split second ongewild bijna mijn neus breekt.

Een paar minuten later zitten we allebei op de bank. Het is raar: bijna alsof die klap ervoor gezorgd heeft dat de woede tussen ons wat minder is en we iets nader tot elkaar kunnen komen. „Zal ik maar beginnen?” mompelt Tommy. Ik knik.

Bijna drie uur later sta ik versuft weer buiten. We hebben gepraat, we hebben gelachen en gehuild. We hebben nog één keer verbluffend goede seks gehad en elkaar alle hoeken van de kamer laten zien. Maar de conclusie na ons urenlange gesprek is luid en duidelijk: het is echt over en uit tussen mij en Tommy. En voor het eerst in al die weken voel ik naast verdriet eindelijk niet meer die onrust, maar ook opluchting.

#236 ‘Zal Tommy nu al een ander hebben?’

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.