Aaltje

Carolien Beaujean 5 jul 2017

Ik zie haar gezicht betrekken als ze de telefoon opneemt. “Nee, niet Aaltje” hoor ik haar roepen, terwijl de tranen over de wangen lopen. Daar zit ik, in de kappersstoel en voel me even teveel. Als ze het gesprek even later beëindigt, vraag ik voorzichtig of ik een andere keer zal terugkomen. Mijn kapster schudt resoluut van nee en gaat verder met mijn haar.
En terwijl ze knipt, vertelt ze over Aaltje: een van haar vaste en meest dierbare klanten. En die is er nu niet meer. Het was bekend dat ze ziek was, maar dat het zo snel zou gaan…

Aaltje kwam altijd op de fiets. Met haar vrolijke krullen wapperend in de wind. Een grote vrouw, steevast vrolijk gekleed. En in het mandje van haar fiets had ze altijd iets liggen. Verse groente uit de moestuin, een plakje cake, bloemetjes. Die bracht ze dan naar iemand die dat op dat moment goed kon gebruiken.
Aaltje was spiritueel en de gesprekken in de kapsalon gingen verder dan alleen over het weer of het nieuws van de dag.

Ineens begint de tl-lamp boven ons te knipperen.
“Een teken van haar ” zegt mijn kapster en ze kijkt me via de spiegel aan. Voorzichtig zie ik weer een glimlach op haar gezicht, gehuld in een waas van tranen.

Ik ken Aaltje niet, terwijl ze in dezelfde buurt woont. "Dat huis op de heuvel met al die bloemetjes in de tuin" omschrijft de kapster. Ik kan geen persoon erbij denken. En tegelijk zie ik precies voor me wie Aaltje was. Een moderne roodkapje met haar mandje, altijd op pad naar iets of iemand om diens dag wat kleur te geven.

Als ik later terug naar huis loop, passeer ik haar woning. Ik zie de bloemetjes in de tuin, zorgvuldig geplant. Ze staan in schril contrast met de rolluiken, die allemaal omlaag zijn. Het huis is in rouw.

Het sprookje liep niet goed af. De wolf kwam in het verhaal. Zoals bij zoveel andere mensen.

“Wat ben je stil” zegt manlief later aan tafel.
“Aaltje is dood” zeg ik.
Ik zie hem bedenkelijk kijken.
“Ik weet niet wie dat is.”
Ik ook niet, denk ik bij mezelf.
En toch ook weer wel….