Bosjesmannen

Tjitske Zuiderbaan 3 apr 2023

Vroeger was ik bang voor enge mannen in de bosjes. Daar had ik alle reden toe, ik had honing aan mijn kleine, maar fijne, kont. Regelmatig werd ik achtervolgd en/of blootgesteld aan zwengelende geslachtsdelen in meer of minder erecte staat. Nu gebeurde dit meestal in de stad, zoals in de Oude Kijk in ’t Jat, of aan de Vismarkt. Of in het, over het algemeen, drukbevolkte Noorderplantsoen. Donker hoefde het er niet voor te zijn. Het kon zomaar midden op de dag raak zijn. Ook het weer maakte geen verschil. Zon, regen, vrieskou, zwengelen zouden die leuters. Soms ging dat gepaard met intens starende blikken, soms met een soort ‘vieze man’-gekreun. Echt bedreigend, zodat ik me uit de voeten moest maken, werd het nooit. Wellicht was dit te danken aan viervoeters Jodocus en Bor, die me vaak vergezelden en waarvan er een in al zijn vuilnisbakkerige onschuld best kon worden aangezien voor een vervaarlijke bouvier. Nee, geduchter moest ik zijn voor bekenden, hoe cliché. In hen school het echte gevaar.

Nu ben ik op een leeftijd dat ik weemoedig terugdenk aan de mannen die me nafloten, -riepen of op hun zaakje trakteerden. Deden ze dat nog maar eens, fluiten, roepen. Maar die ontwikkeling is helaas onomkeerbaar. De zaakjes mogen ze in hun broek houden. Ik zou er vooral om moeten lachen en dat vind ik dan toch ook sneu; wie zichzelf zo manifesteert, is vast hartstikke eenzaam of ongelukkig.

Vandaag de dag is mijn grootste angst dat ik in diezelfde bosjes bezwijk aan een hartstilstand of beroerte, en pas dagen later gevonden word. Ondanks de, van schoonmama geërfde, bejaarde chihuahua’s die ik dagelijks meesleep. Die zullen niet aanslaan. Integendeel. Kunnen ze een keer legitiem keffen… Ze zullen plaatsnemen op mijn ontzielde lichaam en net zo lang stil blijven liggen tot we gevonden worden. Zo ging het ook bij schoonmama, toen die in het bosje van haar dochter(s) na een verbeten strijd met woekerende braamstruiken, plotsklaps haar laatste adem uitblies. De chihuahua’s gingen op haar zitten, terwijl dochterlief eerste en tevens laatste hulp bood. En toen schoonmama later in huis op de grond werd neergelegd in afwachting van de lijkwagen, gingen de beestjes op haar liggen, als om haar warm te houden. Het mocht niet baten.

Mijn schrikbeeld; dat ik omval in de bosjes en nooit meer warm word, en dat die twee keffertjes juist dan voor de verandering hun bek houden.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.