Verantwoording

Robert Beernink 1 jan 2021

’s Ochtends vroeg met kranten door de stille stad fietsen, is een grenzeloze uitlaatklep voor de geest.

Blijkbaar ben ik aan zijn brievenbus voorbijgegaan, want een abonnee wacht me op met zo’n blik van: die kan nog niet eens tot tien tellen. Ik verontschuldig me, leg uit dat ik in zijn straat net op dialectische wijze aan het prakkiseren was over de these dat esoterische gedachten gebaseerd op eclectische bronnen tenderen naar plagiaat. Tegelijkertijd vraag ik me hardop af welke stijlfiguur past bij de mond vol tanden tegenover mij: tautologie, pleonasme of hyperbool?

De voordeur knalt als een carbidbus.