Onverbeterlijk

Joop van der Laan 2 nov 2020

De schoolfoto in zwart-wit levert het onomstotelijk bewijs. Dat ventje met die markante kop trok altijd aandacht en maakte een onuitwisbare indruk. Een stuitend gevoel van superioriteit was bij zijn geboorte ingebakken. Door zijn gedrag maakte Pietje zich bepaald niet geliefd. Maar dat interesseerde hem geen moer en eigenlijk was hij gewoon onuitstaanbaar.

Puinhoop

Intussen is hij volwassen geworden en uitgegroeid tot een hele Piet. Een uit de kluiten gewassen personificatie en het meervoud van absolute eigenwijsheid. In die hoedanigheid spreekt hij zich vierkant uit tegen de huidige coronaregels. Vooropgesteld, het is dus niet zijn probleem. De schuld in andermans schoenen schuiven is ook hem als rechtgeaarde Hollander niet vreemd.

Volgens onze allesweter maken ze er in Den Haag een puinhoop van en ook de geleerden rollen over elkaar heen. Wat hem betreft zijn ze meegezogen in een moeras van blunders, gedraai en halve waarheden.

Met een glunderende vanzelfsprekendheid baant hij zich zonder mondkapje door de jungle van de supermarkt. En loopt ijskoud, tegen de richting in, iedereen van de sokken. De blikken van ongenoegen raken hem niet.

We kijken er niet vreemd van op dat hij zijn kont tegen de krib gooit. Deze volbloed egoïst is door de wol geverfd en van de nodige littekens voorzien maar zijn motto blijft onveranderd: “Het zal mijn tijd wel duren”. Hij lapt alles aan zijn laars en kent geen enkel ontzag voor gezag.

Deze sjacheraar pikte in de loop van de tijd zijn graantje wel mee. Met zijn onnavolgbare handel en wandel scharrelde hij van alles wat los en vast zat. Verkocht dubieuze zaken die met regelmaat van de vrachtwagen waren gevallen. Zijn inschrijving bij de Kamer van Koophandel met “handel in ongeregelde goederen” dekte dan ook volledig de lading.

Provocatie

Dat vermaledijde Pietje, de verkleining van zijn roepnaam is niet zozeer uit sympathie maar meer door zijn kleine gedrongen gestalte. En eigenlijk ook wel door zijn zekere mate van onaantastbaarheid die ergens bij ons diep verscholen een vreemd soort respect afdwong.

De goochemerd maakte ons medeplichtig aan een actie op onze lagere school die nog nooit vertoond was. Hij kwam met het idee, de verf en de kwast en was zo streetwise het ons te laten uitvoeren en medeplichtig te maken. Het woord PROVO verscheen in grote witte letters op de muur van het schoolgebouw.

Wij beseften niet wat het betekende, maar het stond wel stoer. Veel later leerde ik dat het een statement was die de toets van orde en gezag op onze toenmalige school niet kon doorstaan. Getuige de spontane ontploffing van het hoofd der “School met den Bijbel”, met als gevolg twee weken lang nablijven met de bedoeling dat er iemand uit de school zou klappen. Het was een proef op de som van solidariteit.

Later zagen we beelden in het nieuws op onze zwart-wit TV met hooguit drie zenders inclusief de Belg. En toen begrepen we de moraal van het verhaal. Aan de andere kant van de wereld, in Amsterdam, werden provo’s hard aangepakt en mariniers veegden de Dam schoon. De provo stond voor provocatie van de gevestigde orde.

Vrijheid

Zijn houdbaarheidsdatum nadert inmiddels en het zal hem, als gepensioneerde provo, een zorg zijn als corona hem bij de lurven pakt. Een beroep op solidariteit beperkt zich tot dat ene incident, ooit op school.

Vrijheid van leven en handelen geldt als grote gemene deler voor veel Nederlanders. De invulling van dat begrip is per persoon verschillend en vooral tegengesteld. Dat zien wij ook in de onhandige strijd tegen corona. Piet is wat dat betreft niet de meest voor de hand liggende persoon om als voorbeeld te dienen.