De mooiste tijd van je leven

Jorre Kikkert 7 nov 2020

Je studententijd zou de tijd van je leven moeten zijn. De tijd van feesten tot in de vroege ochtend, kotsen in de grachten, de vrijheid om je nergens zorgen over te hoeven maken en te leven in het moment.

Nu zit ik hier, alleen. Opgesloten in mijn kamer. Niet door positief getest te zijn, maar met een hersenschudding waarvan ik tegen de dokter zei dat het kwam doordat ik uitgleed en met mijn hoofd een harde klap had gemaakt. Stiekem weet ik dat het m’n lichaam is dat huilt. De al dagen aanhoudende koppijn zijn tranen die niet meer via m’n traanbuizen naar buiten kunnen, omdat die weigeren mee te werken na de overuren die ze de vorige maanden hebben moeten draaien. Wat ik nu voel zijn tranen die op zoek zijn naar een andere poort om zich naar buiten te dringen. Ze bonken op de binnenkant van mijn schedel en schreeuwen om hulp. Alle mogelijke openingen zijn gesloten. Mijn hele hoofd zit dichtgeslibd met gedachten. Gedachten over hoe het zou kunnen zijn, maar het niet is. 

Creativiteit zit verstopt

Nu zit ik hier, alleen. Opgesloten in mijn kamer. Vol met creativiteit die diep in me verstopt zit. Het worstelt zich een baan naar boven om vervolgens teleurgesteld een dichtgeslibde opening aan te treffen. En de meest creatieve impulsen die aankomen voor de nog kleine poortjes naar boven, worden op het laatste moment afgesneden door het automatisme van mijn hand die naar mijn telefoon reikt. Het automatisme die ervoor zorgt dat ik om de vijf minuten naar de achtergrond foto van mij en mijn vrienden moet kijken die vorig jaar gemaakt is op onze eindexamenreis. Toen ik dacht dat ik alles op een rijtje had en ik me geen zorgen hoefde te maken over de dagen die zouden volgen. 

Geen berichten. Toch ontgrendel ik mijn telefoon door mijn capuchon iets op te tillen, waardoor de camera mijn gehele gezicht kan waarnemen en laat vervolgens de capuchon weer over mijn drie dagen ongewassen gezicht hangen. Ik hop van tinder naar snapchat en weer door naar de volgende app die mijn gevoel van gemis niet kan opvullen. Toch houd ik die telefoon in mijn hand. Op zoek naar een klein sprankeltje vreugde, een lach en naar liefde. Geen resultaat.

Staren naar de foto

Vijf minuten later, wanneer het automatisme van het pakken van mijn telefoon zich weer eens voordoet, voel ik de pijn in mijn hoofd toenemen. Weer geen nieuwe berichten. Ik staar weer naar de foto van vorig jaar. Jaloers kijk ik naar mijn achttienjarige zelf. Ik denk iets in mijn ogen te kunnen zien. Iets wat ik toen had en nu mis: de vrijheid om je nergens zorgen over te hoeven maken en te leven in het moment.