Jullie Corona

Marijke Kop 20 apr 2020

Al woon ik tegenwoordig in Zuid Limburg, als geboren Brabantse kan ik het niet vaak genoeg zeggen: wat is het Brabantse dialect – net als de Brabanders zelf trouwens – toch ongelooflijk efficiënt. Neem nu het aloude gebruik van het woordje ‘ons (of onze)’ en dan niet als letterlijk bezittelijke voornaamwoord. Nee, Brabanders gebruiken ‘ons’ ook meer figuurlijk in combinatie met ‘Ad’, ‘Marjolein’, ‘Gerard’, ‘Fietje’… om maar eens enkele namen te noemen. ‘Ons’ wordt dan gebruikt om de directe familie mee aan te duiden. Dus als je iemand nogal luid in zijn telefoon hoort zeggen dat ‘onze Ad gister nog…..’, dan kun je daar twee dingen uit opmaken:

1. Je hoort een Brabander praten (zelfs Limburgers kennen deze gewoonte niet);
2. De genoemde Ad is gegarandeerd een broer
En dat alles met maar één woordje.

‘Ons’ zou ons niet zijn als er geen tegenhanger zou zijn. Dus gebruikt de Brabander ‘jullie’ als hij het heeft over de familie van zijn (denkbeeldige) gesprekspartner. Soms positief bedoeld, maar vaker ook geïrriteerd of ronduit negatief: ‘Jullie Ad heeft weer de ruiten van de school ingegooid’. Met de nadruk op ‘jullie’. Er in verborgen ligt natuurlijk dat ‘onze Ad’ zo iets nooit zou doen.

Dit zo memorerend, zie ik een beetje perspectief om – in ieder geval gevoelsmatig – uit de huidige crisis te komen. Het is immers niet ‘onze Corona’, maar ‘jullie Corona’. Laten we met z’n allen roepen: ‘Neem jullie Corona nu meteen mee naar huis. Ze is ons te veel tot last”.

Nu nog even bedenken wie in dit geval de ‘jullie’ zijn.