You (R) Turn

Job 7 nov 2019

Dinsdag, net voor 17:00 uur. Pennen neer op het werk en nu klaar om te vertrekken vanuit Utrecht naar Schaemstede. Fleur appte om 16:59: “Haal jij om 17:45 uur Teun op bij hockey? Ik zit vast in een Aerial yogales, ciao.” Ik werd gek van dat gehaal en gebreng van de kids naar allerlei sporten, ik moest dit traject van 5 kwartier naar 3 zien te verminderen. Ik appte: “Is goed, jij betaalt de verkeersboete!” Ik zette de Wolter Kroes Control van de geleasede A6 op 154 km per uur, met aftrek van correctie was ik op deze manier net niet mijn rijbewijs kwijt. Ik zal die boeren even een lesje stikstof uitstoten geven, dacht ik hardop.

Aangekomen bij hockey blaatte ik wel op de club, met mijn auto en het huis leek ons leven heel wat. Fleur werkte als ZZP lifestylecoach, evenals de rest van de vrouwen in de straat. Dat leverde niks op, maar commentaar hierop was zinloos, haar ouders betaalden namelijk de hypotheek van ons huis. Bovendien moesten de kids uit Schaemstede meedoen met de rest en minimaal één instrument en twee sporten beoefenen, waardoor je zelf überhaupt geen avond of weekend vrij had.

Laatst had ik daar een stokje voor gestoken. Voordat ik rijbeurt had, aan het begin van het seizoen, was ik naar de coffeeshop gegaan en iemand gevraagd om wat wietgeur in de auto te blazen. Deze geur zorgde ervoor dat geen enkel kind meer mee wilde rijden. Alle ouders waren woest! “Blow jij? “, vroeg Anne-Louise. “Ja, ik heb ADHD, loog ik”. “Daar heb je andere medicijnen voor!”, zei een ander. “Ja die kennen jullie vast uit je studententijd!”, reageerde ik gevat. Daarna werd ik geschrapt uit het rijschema. Voor Teun maakte het niks uit, aangezien mijn vrouw in het hockeybestuur zat werd hij toch nooit gewisseld of in een lager team gezet.

Bij volleybal haalde ik dezelfde truc uit, waardoor ik mijn andere zoon Diederik ook niet meer mocht halen en brengen. Fleur begreep er niks van dat ik elke avond en de zaterdag voor mezelf had. “Hoef je weer niet te rijden?”, vroeg ze geregeld. Ik antwoordde dat andere ouders dit graag wilden. Ik had mezelf in een uitstekende positie gemanoeuvreerd. “Ik heb Diederik trouwens op voetbal gedaan, dus daar kan je dan nu mooi heen.” “Op voetbal?”, hij heet Diederik hoor, geen Donny!”, zei ik arrogant. “Je gaat maar gewoon, het zijn ook mensen met een zegelring hoor, alleen staat er geen familiewapen op!”, beet ze mij toe. De wietgeur liet ik weer in de auto gaan, totdat mijn baas belde, hij had autopech en wilde nu de auto lenen…