Klassencrisis

Vera Deurloo 23 sep 2019

De trein is de uitgelezen plaats voor een existentiële crisis, naar verwachting niet een onherkenbaar fenomeen voor vele treinreizigers. Existentiële crisissen zijn namelijk een kenmerk van ons bestaan; verdoemd zijn wij om als mens te bestaan, en om ons af te vragen wat dat bestaan dan nu helemaal betekent. Is er wel betekenis? En zo ja, ontlenen wij die dan aan onszelf? Aan anderen? Of is er betekenis los van ons?

Zonder hier verder op in te gaan, mijn existentiële crisis van vandaag: de drukte in de trein, waar blijkbaar een potentieel gevaar lag, werd door het treinpersoneel verholpen door men tijdelijk toe te staan plaats te nemen in de eerste klas. "Dit klassenonderscheid, dat is toch niet meer van deze eeuw", dacht ik toen. Deze eeuw, de 21ste eeuw, is een eeuw vol voorstellingen van vooruitgang waar het vooral bij het geloof in deze voorstellingen blijft. Ik wil niet ontkennen dat het naar omstandigheden beter is dan de vorige eeuwen, maar dan toch; wat betekent het om ‘vooruit’ te gaan? Is dat beter, of simpelweg anders? En waarom zou het beter zijn?

Goed, deze vragen zijn niet aan mij om te beantwoorden en dit was toch ook niet het onderwerp van mijn crisis. Dat was namelijk dat ik mijzelf voorstelde deze eeuw te overleven, en dan welgeteld in drie eeuwen geleefd te hebben. Hoe zou ik dan terugkijken op mijn leven? Zou ik blij zijn zo lang geleefd te hebben? Dat ligt er waarschijnlijk aan hoe. Zou ik bevangen worden door een gevoel van misère? Niet onwaarschijnlijk. Zou ik ondertussen geloven in God? Het zou zomaar kunnen. Zou ik mijn geleefde leven betekenisvol vinden? Allicht in een vlaag van weemoed. Zou er nog steeds een tweede- en eerste klas zijn in de trein? Misschien wel drie, zo dan niet meer, voor zover er nog treinen zijn.

Zonder nog meer redenen te noemen, is het klassenonderscheid in de trein nergens goed voor, behalve misschien voor een paar ego’s en de centen van de NS. Het zorgt voor onveilige situaties, impliceert dat de kleur van een stoel blijkbaar uitmaakt voor de kwaliteit en induceert zo af en toe een benauwende existentiële crisis, hoe menselijk die ook moge zijn.