20 witte jassen en één pols
Wie had ooit gedacht dat een lullige struikeling op mijn vierde ertoe zou leiden dat ik nu in het middelpunt van wel 20 (als het er niet meer waren) artsen, arts-assistenten en handtherapeuten zou zitten op een multidisciplinair overleg? Ik niet in ieder geval. En eigenlijk was niet eens ik het middelpunt, maar mijn linker onderarm en pols.
Een klein breukje in mijn pols leverde mij destijds felroze gips op waar ik heel blij mee was. Ik vond het fantastisch. Na een aantal weken trots met mijn roze arm rond gelopen te hebben, was er daarna geen vuiltje meer aan de lucht.
Totdat ik een aantal jaar geleden merkte dat ik mijn arm niet meer zo kon draaien zoals ik dat met mijn rechterarm wel kon. In de loop van de jaren werd dat erger en kreeg ik er steeds meer last van. Mijn arm/pols werd gezien door een arts in het ziekenhuis die concludeerde dat ik inderdaad een flinke bewegingsbeperking had, maar wat er precies mis is, wist hij niet.
Dit leidde dit ertoe dat ik afgelopen dinsdag door een voor mij onbekende arts uit de wachtkamer van het ziekenhuis werd gehaald met de woorden: “Niet schrikken hoor, er zitten veel mensen daar binnen”. Daar was niks van gelogen. Ik liep de deur door en had direct het gevoel dat wel 40 ogen mij aanstaarden (wat in feite ook het geval was). Ik voelde me best ongemakkelijk tussen al die witte jassen die allemaal keken naar mij en naar een groot scherm waar een scan van mijn arm op te zien was. Samen bespraken ze wat er aan de hand kon zijn. Ook werd mijn arm door meerdere “witte jassen” onderzocht. Er werd geduwd en getrokken om in real life te kunnen zien hoe het eruit zag in plaats van alleen maar naar de vage grijze massa op de scan te kijken. ‘Supinatie’, ‘pronatie’ en ‘distale radio-ulnaire gewricht’ waren termen die door de kamer vlogen. Hoewel ik lang niet alles begreep, deed de hoofdarts wel zijn best om mij in begrijpelijke taal uit te leggen waar ze het over hadden. Ik zag in dat een samenkomst in de vorm van zo’n multidisciplinair spreekuur heel nuttig kan zijn. Artsen kunnen met elkaar overleggen en sparren over de oorzaak van een probleem. Hoe meer mensen nadenken over iets, hoe beter. Voor de patiënt is het een bijzondere ervaring om veel verschillende artsen te horen spreken over een probleem van jouw eigen lichaam.
Wat mij betreft mogen er dus nog wel meer van zulke multidisciplinaire overleggen plaatsvinden, ze zijn hartstikke nuttig en leerzaam. En mijn pols, dat wordt nog vervolgd…