Juf

Marieke Kuijper 16 jul 2019

Als kind wilde ik juf worden. In de zomervakantie speelde ik dagenlang schooltje op mijn kamer. Mijn vriendinnetje en ik namen onze taak heel serieus. We verzamelden alle schoenendozen in huis en toverden ze om tot bureautjes. In mijn, gelukkig ruime slaapkamer, zetten we ze keurig in het gelid. Leuke en minder geliefde poppen en beren waren onze leerlingen. Om het allemaal nog echter te laten lijken, maakten we ook reken- en taalschriftjes. Die schreven we vol met sommen en woordjes. We waren er maar druk mee. Natuurlijk bestond onze klas niet alleen uit hoogvliegers en modelleerlingen. Af en toe moest ik als juf Marieke corrigerend optreden, een drammer in de hoek zetten en onvoldoendes uitdelen.

Later op de middelbare school, droomde ik nog steeds van een carrière in het onderwijs. Mijn vader was mijn voorbeeld. Hij hield van zijn vak, dat zag ik. Hoe houd je het anders 40 jaar vol? Ik mocht helpen met het nakijken van proefwerken Frans. In de vakanties ging ik mee naar ‘zijn’ school. Ik zag mezelf al door de gangen lopen op weg naar mijn klas. Dit oversteeg voor mij het schooltje spelen. En eerlijk is eerlijk, veel vakantie klonk me ook als muziek in de oren.

Waarom ik dan toch van mijn plannen afweek? Dat kwam vooral vanwege het lerarenoverschot in de jaren tachtig, de periode dat ik een vervolgopleiding moest kiezen. Tijden veranderen. Vorige week nog las ik in het NRC dat basisscholen verwachten na de zomervakantie uit te komen op een tekort van 1.400 docenten, 9 procent meer dan vorig jaar.

De afgelopen decennia speelde de gedachte om zij-instromer te worden nog een aantal keer door mijn hoofd. Maar na een nachtje slapen zag ik er toch weer vanaf. Rugzakjes, etiketjes, anderstaligen, probleemgezinnen: ik durfde gewoon niet. Mijn ambities om juf te worden stelde ik steeds naar beneden bij, de bewondering voor degenen die wèl voor de klas staan, nam alleen maar verder toe.

Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Sinds een jaar doe ik vrijwilligerswerk. Ik lees voor in gezinnen met kinderen die een taalachterstand hebben. Uitbreiding van de woordenschat, beter begrijpend lezen; het komt allemaal aan bod. Een bijdrage leveren aan de toekomst van een kind, het geeft me voldoening en energie. Ben ik op mijn 51ste toch nog een juf.