Een lach en een traan
Daar zit hij, alleen met zijn gedachten en alleen met zijn angsten. Niemand kan echt helemaal tot hem doordringen en niemand kent zijn eenzaam geheim. Hij lacht zijn vriendelijke lach naar de mensen om hem heen die geen weet hebben van de "spoken" die geregeld ronddwalen in dat rustig ogende hoofd. Die hem soms wakker houden ‘s nachts en het hem bijna onmogelijk maken om diepgaande vriendschappen en relaties aan te gaan of te behouden.
Hij doet zijn werk met de grootste toewijding, doet alles om zijn dagen dusdanig in te delen dat hij voldoende invulling en houvast heeft. Hij helpt zichzelf, zonder hulp van anderen, heeft zijn eigen manier gevonden in dit leven om te overleven. Hij heeft een strategie ontwikkeld waarmee hij zich staande houdt en leeft zo zijn eenzame leven waar hij vrede mee heeft.
Wat zou ik hem graag helpen, ik zou de monsters willen verjagen om hem een leven te gunnen waarin ten volste geleefd kan worden. Waarin hij iedereen toe zou durven laten in zijn wereldje en in zijn hart. Maar het is te moeilijk voor hem, het beangstigt hem en wakkert de spoken in zijn hoofd te veel aan. Dus kiest hij ervoor om deze (zoveel als mogelijk) slapende te houden door contacten te vermijden of in ieder geval ervoor te zorgen dat ze oppervlakkig blijven.
Ieder huisje heeft zijn kruisje, raak ik me steeds meer van bewust. Zoveel mensen om ons heen waar we de verhalen niet van kennen; we zien een vriendelijke lach, horen iemand leuke grappen maken maar wie weet wat er achter de maskers van velen verscholen gaat? Het doet me denken aan een oud liedje wat mijn oma zo mooi vond en waar ik altijd verdrietig van werd: ‘De Clown’. De clown die iedereen avond na avond aan het lachen maakte, maar zelf van binnen een groot verdriet met zich meedroeg en uiteindelijk op het podium stierf, eenzaam… Volgens mij heb ik deze lieve, vriendelijke clown nu zelf ontmoet, heb hem leren kennen en vervolgens heel langzaam zijn geheim ontdekt maar kan niets doen om hem te helpen.
Als de voorstelling er op zit, keren de mensen huiswaarts met een lach op hun gezicht. Die lach heeft de clown hen bezorgd. Ook ik had die lach en probeer deze, nu de voorstelling is afgelopen, mee te nemen, te bewaren en te koesteren in mijn hart. Wetende dat hij zelf na een lange zware dag, moe maar voldaan omdat anderen tevreden zijn, helemaal alleen in zijn bed stapt, geef ik hem in gedachten een nachtzoen en fluister zacht: ‘Slaap lekker, lieve man!’