Hij maakte de oversteek voor een betere toekomst

Rachida Issaoui 11 mei 2019

Recent was ik in Marokko en genoot van het mooie weer en het eten. Ik was in het noorden van Marokko, in Nador. Ik was hier al een aantal jaar niet meer geweest, het verheugde me om hier en daar wat ontwikkelingen te zien. Hier en daar een benzinepomp, wat nieuwe hotels en restaurants. Verder was er niets veranderd.

In gesprek met twee ouders op het platte land van Beni Sidel, kwam ik er snel achter hoe de toestand is van veel mensen. Het deed me herinneren aan de omstandigheden waaronder mijn vader naar Nederland kwam. Mijn vader was goed geschoold en ontwikkeld en verruilde zijn leven om als gastarbeider te werken in Nederland om zijn gezin en ouders te voorzien van een goede toekomst. Dit is een woord dat ik veel hoorde en wat centraal staat in Marokko.

Veel mensen kunnen het namelijk beamen, want er is geen toekomst. Ze leven van dag tot dag en proberen elke dag brood op de plank te toveren. Wanneer er iemand ziek wordt, moet er geld ingezameld worden, want vaak kunnen ze in deze behoeften niet voorzien. Zo ook het gezin uit Beni Sidel, op een dag zei hun enigste zoon: ‘Vader, Moeder ik ga oversteken naar Spanje’. De ouders schrokken hier van, maar hun zoon was vastbesloten, hij zou de oversteek maken op zoek naar een betere toekomst. Als snel vertrok hij midden in de nacht met een klein groepje in een houten boot de Middellandse zee op. Een zee die veel mensen had verslonden op zoek naar een beter bestaan. Terwijl zijn moeder twaalf dagen bijna verdronk in haar tranen, was hij ervan overtuigd dat alles beter was dan het gevecht dat hij elke dag moest leveren in Marokko waar hij zijn hoofd niet boven water kon houden.

Na twaalf dagen gevaren te hebben en rondgedobberd en uiteindelijk gered door een stel Spanjaarden, kwam het verlossende telefoontje. ‘Vader, moeder ik ben in Spanje, dit is pas het land van moslims’ ‘een land waar ze rechtvaardig zijn en iedereen recht heeft op primaire levensbehoeften.’

Terwijl zijn vader dit aan ons vertelde, dacht ik aan mijn eigen vader. Hoe dankbaar ik hem nog steeds ben dat hij naar Nederland is gekomen, en hoeveel ik ook van mijn land houd en hoe graag ik daar ook ben, ik realiseer me dat er nog zoveel moet gebeuren en vooral in het Riff gebergte waar geeneens dokters zijn in de hospitalen. Mijn reis was een eyeopener en ik hoop de toestand voor veel mensen zal veranderen en niet afhangt van een zoon die een oversteek maakt om de toekomst beter te maken. Dit is een grote verantwoordelijkheid.