Tobi en Felix

Joke Groeneveld 28 dec 2018

Onze hond heet Tobi. Het is een vrolijk en aanhankelijk beest. Een allemansvriend. Zelfs de grootste boef zou hij kwispelend tegemoet treden. Het is een jachthond, maar jagen heeft hij nooit geleerd.

Andere honden benadert hij met interesse en respect. Bij een ontmoeting met een soortgenoot maken de twee honden eerst een behoedzame inschatting van elkaar. Dan volgt het snuffelen, te beginnen bij elkaars achterkant, dan aan elkaars snuit. Als de kennismaking naar genoegen is, gaan de honden om elkaar heen springen en achter elkaar aanhollen. Baasjes noemen dat graag spelen, maar in werkelijkheid schijnt het een soort uitgebalanceerd machtsvertoon te zijn. Tot ze er genoeg van krijgen en weer achter hun baas aangaan.

Negenennegentig van de honderd keer gaat dit goed. Maar niet altijd. Neem Felix. Een jonge, uitgelaten spring-in-’t-veld, wiens eigenaar een tijdje geleden bij ons in de buurt is komen wonen. Felix is een ongecastreerde reu en Tobi ook. Zo’n combinatie is niet gunstig. Al bij de eerste ontmoeting ging het grandioos mis. De gebruikelijke kennismakingsrituelen bleven achterwege, grommend en luid blaffend stoven ze op elkaar af. Met blinde haat gingen ze elkaar te lijf; dat er geen bloed vloeide is een wonder. Met doodsverachting stortten Felix’ bazin en ik ons op de grommende en bijtende hondenmassa om de twee vechters uit elkaar te halen. Dat lukte slechts met de grootste moeite en niet zonder kleerscheuren.

Sinds deze fatale confrontatie proberen we over en weer een treffen tussen beide honden te voorkomen. Als we de ander in de verte zien aankomen, maken we rechtsomkeert. Andere hondenbezitters geven ons goedbedoelde adviezen. Ze zouden het moeten uitvechten; als er eenmaal een winnaar en een verliezer is, dan kennen ze voortaan hun plaats. Ik durf dat niet aan; ik voorzie een moordpartij. Een andere tip is om ze aan hun achterpoten uit elkaar te trekken. Dan loop je zelf het minste risico op een venijnige knauw.

Als Felix verderop in z’n eigen tuin een kat of een vlinder wegblaft, springt Tobi als door een wesp gestoken op, vliegt naar het tuinhek en blaft fel terug naar de vijand in de verte. Felix laat dat niet op zich zitten. Over en weer blaffen de honden elkaar verbeten toe. ‘Waag je niet in mijn territorium!’, vertellen ze elkaar, tot wanhoop van alle buren.

Het houdt pas op als een van de honden naar binnen wordt gehaald. Tobi en Felix: water en vuur.