Geen gevoel voor humor

Monique Louis 12 sep 2018

Tijdens het omkleden in het badhokje, kletst zoon wat af. ‘Weet je wat leuk is? zegt hij terwijl hij zijn spijkerbroek uittrekt. ‘We staan op de bowlingbaan. We staan op een rijtje, iedereen laat zijn blote billen zien. Dan gaan we op een rijtje allemaal poepen. We pakken de drol op en gaan er mee bowlen’. Zijn heldere stem galmt door de ruimte. Ik aarzel tussen niets zeggen (alles wat je aandacht geeft groeit) en laten merken dat ik het een vies verhaal vind. ‘Ik vind dit een vies verhaal’ zeg ik ten slotte, terwijl ik zijn handdoek uit zijn rugzak sjor. ‘Ik stel voor dat je je zwembroek aantrekt, de les begint zo’. Enthousiast dribbelt hij naar zijn zwemgroepje. Ik zwaai naar hem en slof weg. Letterlijk, want ik draag twee plastic hoezen om mijn gympen. Eigenlijk is zijn verhaal een eerste aanzet tot creativiteit. Het is een aansprekend beeld. Ik zie het voor me. Het zou de eerste scene van een film kunnen zijn. Bovendien herken ik de fascinatie. Dat wil zeggen, toen ik zijn leeftijd had. In gedachten zie ik voor me hoe zoon dit verhaal met zijn vriendjes deelt. Denk aan sommige moeders… De moeder van Freek kan dit nauwelijks aan, vermoed ik. De kans is aanwezig dat hij dit verhaaltje niet zelf heeft verzonnen maar van zijn vriendjes heeft. Ik voel een lichte teleurstelling. Misschien is het in een groepje ontstaan, hebben ze elkaar aangevuld als in een brainstormsessie.
Gisteren haalde ik hem op van de opvang. Pas na een kwartier en vier keer vragen, kwam hij mokkend in beweging. Na mijn werkdag, voelde ik me op een dieptepunt als moeder, als vrouw, als mens. Ik wilde het liefst ter plekke verdwijnen of met een kwade kop weglopen. Het waren mijn emoties. Zelf bleef ik gewoon staan. Toen we eindelijk buiten stonden, stroomde het van de regen. ‘Schiet op dan, fietsen!’ onderbrak zoon mijn gemopper. De regen droop van mijn gezicht. Mijn mascara prikte in mijn ogen, trok zwarte strepen tot aan mijn kin. Zoon moest hard lachen maar onderdrukte dit snel met zijn hand voor zijn mond toen hij mijn blik zag. Even later zaten we naast elkaar op de bank. Natte haren, droge kleren. Ik voelde alle emoties langzaam wegebben. ‘Best lekker’ zei zoon. ‘Ik vind regen leuk. Trouwens, hij keek me even schuin aan, heb jij eigenlijk wel gevoel voor humor?’