Zoals m’n laptop thuis tikt
Flexwerken heeft zeker zijn voordelen – vrijheid, elke dag andere ‘collega’s’, goeie koffie, work and travel – maar toch verzet ik nergens zo veel werk als thuis.
Redactiewerk is, wat mij betreft, vooral een kwestie van concentratie. En om me goed te kunnen concentreren, dien ik me vollédig af te sluiten van mijn omgeving. In het gemiddelde koffietentje lukt me dat hooguit redelijk, afhankelijk van hoeveel tosti’s er besteld worden (‘Tosti ham-káás!’), hoeveel jonge gasten er elkaar begroeten (‘Hé man!’ – pats, plof, klap, tik, slep, smak), hoeveel verse flexwerkers er zitten te bellen (‘Nee, in een kóffietentje!’) en hoeveel knappe studentes er tegenover me zitten.
Thuis ben ik volledig afgesloten. Geen afleiding, geen stoorzenders, geen leuk uitzicht. Helemaal zen. Daar werk ik gerust twee uur aan één stuk door op mijn doorgezakte IKEA-bank, waaruit ik – ideaal! – niet één-twee-drie kan opstaan. En gister kwam nog een ander voordeel van thuiswerken aan het licht. Tijdens het redigeren van een van de hoofdstukken van de nieuwste Nora Roberts hield ik het niet droog. Dat overkomt me toch liever thuis dan aan een tafel vol andere laptoppers.
Zie je mij in een koffietentje geconcentreerd naar mijn scherm kijken? Grote kans dat ik dan een mailtje of blogje aan het tikken ben of aan m’n website zit te sleutelen. Maar mocht je een traantje zien…