Morgen mag ik weer

Metro 19 dec 2017

Geschreven door: Eva Klappe

Na weken leven op spaghetti met pesto, kliekjes van mijn ouders en de Ritalin van een-vriend-van-een-vriend, is het zo ver; de tentamens zijn er weer. Met mijn ogen rood van de Red bull en wallen tot aan mijn knikkende knieën, loop ik de zaal binnen. Mensen mompelen en discussiëren over onderwerpen die ik überhaupt nog nooit heb gehoord. Mijn spieren onderin mijn buik trekken samen en mijn blaas stroomt alweer vol. Te laat. De deuren worden dichtgedaan.

De vrouwelijke observator heeft haar horloge al onder haar vlezige kin gedrukt. Ik tel haar onderkinnen. Het zijn er minstens drie. “We beginnen over anderhalve(!) minuut”, klinkt haar schelle stem. Ik ga zitten op een stoel. Een koude, vieze, plakkerige wiebelstoel. De opgewarmde pennen en potloden laat ik uit mijn zweterige hand kletteren op de tafel en ineens herinner ik mij een artikel over de stress van studenten. De druk moet serieus genomen worden, zo wordt er stellig verteld in het krantenbericht. Ik ben het er mee eens. Waarom moest ik dan ook zo nodig zo’n lastige studie doen? Ik zucht en haal mijn handen door mijn klitterige haar. Het tentamen wordt neergelegd op de tafel en na wat geschuif met stoelen is het ineens doodstil.

Ik open het tentamen en kras de antwoorden op het antwoordpapier. Vraagtekens, strepen, kruisjes worden neergezet. Kramp ontstaat in mijn hand, maar ik stop niet. Er wordt gehoest, gesnuft en met pennen getikt. Ik zie mensen een rekenmachine gebruiken. Waarvoor is die nodig dan? Een golf van stress stroomt door mijn lichaam. Ik probeer me te focussen op mijn tentamen.

Na twee uur sta ik buiten. Ging best prima. Ik herinner me het artikel over de stress. Mensen moeten zich niet zo aanstellen, denk ik, zo’n tentamen valt hartstikke mee. Tevreden fiets ik weg van de tentamenzaal, langs de discussiërende mensen, op weg naar mijn studentenflat. Thuis plof ik neer met mijn left-over pestospaghetti en open ik een blikje Red bull. Morgen mag ik weer.