Politiemensen zijn ook mensen

Tim S. 25 okt 2017

Ik denk vaak te lang terug aan een gebeurtenis waarin ik in mijn ogen heb gefaald. Maar soms gaat het gelukkig wel goed.

Dat politiemensen ook mensen zijn is mij duidelijk geworden. Het zou een dag worden die mij tot de dag van vandaag is bijgebleven.

”Ik wil even mijn vanillekwark opeten” zeg ik tegen mijn collega. Na een aantal meldingen en het vele papierwerk is het tijd om te lunchen. Voordat ik überhaupt de folie van de kwark kan halen komt de volgende melding binnen: ‘’reanimatie van een pasgeboren baby’’. De rillingen gaan over mijn rug zoals ik nog nooit eerder had meegemaakt.

Als een stofwolk is opeens iedereen uit de kantine vertrokken richting de binnenplaats van het politiebureau. Op de binnenplaats zie ik de eerste politieauto al vertrekken. Ik stap in de tweede auto om met een noodgang de poort uit te rijden. Onderweg krijgen wij te horen dat de kraamverzorgster is begonnen met reanimeren. Het gekke is dat ik mij nog druk maak om de vanillekwark die ik op de tafel in de kantine heb laten staan. Ik probeer ondertussen alvast handschoenen aan te doen maar ik kreeg het niet voor elkaar door de stress. Ze bleven maar aan elkaar plakken en ik werd erdoor alleen maar meer en meer gestrest. Uiteindelijk krijg ik het toch voor elkaar door er wat lucht in te blazen.

Na voor mijn gevoel een eeuwigheid rijden zie ik mensen paniekerig naar ons zwaaien. Ik weet dat ik straks word geconfronteerd met iets heel ergs. Je hoopt bij aankomst altijd dat er al een ambulance is maar dat was nog niet het geval. Ik ren zo hard als ik kan naar binnen waar inmiddels de hele straat al voor de deur stond. Eenmaal via de trap boven te zijn aangekomen zie ik een man een vrouw verslagen op de grond zitten waarvan ik dacht dat dit de ouders waren. Ik zie in mijn ooghoek een slaapkamer met roze wanden en een wieg. Ik voel mijn hart in mijn inmiddels gortdroge keel.

Met lood in de schoenen zie ik dat de kraamverzorgster er alles aan doet om de baby te reanimeren. Ik zet de bekende ‘knop’ om en doe wat men van mij verwacht. Ik nam de reanimatie over en wacht op mijn andere collega’s en de ambulance.

Na 35 minuten reanimeren hoor ik de arts van de traumahelikopter zeggen dat er weer een hartslag is. Even lijkt het helemaal stil te zijn, terwijl iedereen bezig is om de kleine snel in de ambulance te krijgen. Het leek wel minuten lang stil. Ik blijf maar staren naar dat ene wondertje met weer een kloppend hartje. Ze heeft het gehaald.