Het coalitie akkoord voor de gewone, normale man

A.M. Stoffels 23 okt 2017

Het coalitieakkoord is toegespitst op de gewone normale man, zoals steeds weer wordt benadrukt. Het CDA had al eerder gepleit voor meer aandacht en ondersteuning voor de gewone, normale man, Geïnteresseerden vroegen zich toen al af wie hiermee bedoeld werd en voelde zich er ongemakkelijk bij. Bij Pauw, DWDD en Tijd voor Max begonnen niet de eerste de beste Nederlanders zich verbaasd af te vragen wie zo’n gewone normale man dan wel was. Soms werd tijdens zo’n bespreking van deze typering angstvallig vermeden niet op lange tenen te gaan staan door een antwoord angstvallig te vermijden en niet te koppelen aan de samenstelling van de huidige samenleving en zonder verder historisch besef er toch een nogal verstuift onduidelijk antwoord aan te verbinden. Toch werd deze nagenoeg dezelfde typering al in de jaren 30 van de vorige eeuw door Louis Davids gebruikt. Hij was een bekende Nederlandse cabaretier die met het sterk geagengeerde lied "De kleine man" veel succes had in theaters en op de radio. Het lied had vijf coupletten. Elk couplet begon met "Dat is de kleine man, de kleine burgerman" en eindigde met "Zo’n hongerlijer, zenuwlijer van een kleine man". De generaties na de Tweede Oorlog raakten soms vervreemd van de Nederlandse taal waardoor oer oude volkse uitdrukkingen die soms nog steeds opgeld deden in de vergetelheid raakten. Deze generaties ontwikkelden de taal en hielden deze modern maar lieten bepaalde woorden en hun betekenis verdwijnen. Toen wist iedereen wat Louis Davids bedoelde. Als we de typering in de context van deze tijd plaatsen weten we nu ook de betekenis er van. Daarom is de conclusie gerechtvaardigd dat de gasten van de talkshows er een elitaire houding op na hielden en de kennis van alle lagen van de maatschappij misten en aangevoerd door het toekomstige wereldvreemde kabinet meededen aan het paradoxaal toespitsen op die gewone, normale man die ze niet kenden. Een minister of staatssecretaris zal als volksvertegenwoordiger niet snel afdalen in de krochten van de samenleving zoals Louis Davids deze destijds in zijn lied vertaalde. De uitdrukking is daarom populistisch en slaat de plank belachelijk mis. In het toekomstige kabinet is er niet één te vinden.