De drang naar vast

Lief Paars Viooltje 28 jul 2017

Elke dag kijk ik vol verwachting even op Whatsapp of mijn baas mij een berichtje heeft gestuurd. Vurig hoop ik dat hij me morgen nodig heeft omdat ik dan weer een dagje heb om te werken en centjes kan verdienen. Als ik om half zes nog geen berichtje heb ontvangen, slaak ik een diepe zucht en tik ik een vriendelijk berichtje waarin ik hem netjes vraag hoe het zit met morgen.

Op maandag is het nooit een probleem; dat is mijn enige ‘vaste’ dag. Het is de enige dag wat voor mij een beetje proeft naar zekerheid. Toch kijk ik elke maandag ook naar vacatures, hopend dat ik daar iets zie wat mij leuk lijkt en wat ook een vaste baan is. Met maar een dag in de week kom ik niet meer rond. Dat was ooit, nu inmiddels drie jaar terug, drie dagen in de week. Vier zelfs als het een beetje drukker werd! Ik had niets te klagen, ook al zijn mijn dagen onregelmatig.

Natuurlijk werd ik ook vaak opgebeld op de dagen dat ik niet werkte; of ik dit en dit nog even ‘snel’ kon doen thuis. Snel werd dus altijd weer een aantal uur, waardoor ik mijn moeder me in mijn rug voelde staren. "Denkt hij soms dat je de hele dag thuis bent?" Vraagt ze nog vinnig. Ik zeg maar niks terug; dit is nou eenmaal hoe een flexbaan werkt. Dit is hoe note bene een nul-uren contract werkt.

Het mooiste is nog dat deze baan, een HBO functie nog wel te verstaan, ooit wel een vaste baan was. Mijn voorganger was de laatste die er van kon genieten. Nu wilt mijn baas alleen maar nul-uren contractjes weggeven. Het is natuurlijk werk, werk is altijd goed, maar ja. Ondertussen kom ik natuurlijk nog niet in aanmerking voor een eigen huisje, kan ik niet zomaar even nog een opleiding er tussendoor doen of wat mijn hartje dan ook begeert.

Ondertussen hoor ik mama weer tegen me uitvallen. "Als jij nou een vaste baan had, zou ik niet in de uitkering hoeven zitten!" Haar woorden doen pijn, maar ik weet ook dat mama de arbeidsmarkt van nu niet kent. Die heeft ze in tien jaar niet gezien; arbeidsongeschikt en ook nog eens boven de vijftig. Dat wordt nog wat als zij moet solliciteren en ziet hoe het nu is. Ik woon nog bij haar om een beetje voor haar te kunnen zorgen, maar…ik ben dertig. Een beetje zekerheid zou voor mij ook fijn zijn.

Dus ik zucht maar weer en kijk nu met minder liefde naar mijn Whatsapp. Hopend dat ik niet weer alleen maar op maandag hoef te komen. Al is het maar omdat ik niet meer het gezeur van mama aan te moeten horen hoe ik mijn leven maar niet op orde heb. De drang naar vast is groot.