De mens ziet

Geoffury 13 jun 2017

Zomer. 2014.
Ik zeg, ‘Als ik al mijn herinneringen verlies dan mag je me doodschieten.’

De blond-harige-en-grijs-ogige dame is stil. Voor een poos.

Dan zegt ze, ‘Nou. Ik heb een oma. Die heeft dementie maar iedere keer als ze me ziet dan heeft ze toch een grijs. Ookal weet ze niet wie ik ben. Ze is toch happy.’

Aw fuck.

‘Bedoelde het niet zo,’ zeg ik. En dan weet ik niets meer te zeggen. Wat passend is: als je ergens geen verstand van hebt dan moet je mond kunnen houden.

De zon belicht de dame en ze knikt. Alsof ze mijn gedachte bevestigt.

Fastforward. Zomer. 2017.
En eigenlijk elke ochtend.

Na ontbijt loop ik langs de tafel waaraan m’n ma zit. Ze zit aan de telefoon, te skypen met familie. Met m’n tante. En met mijn oma.

‘Geoff, kom je oma groeten,’ zegt ze, terwijl ik m’n glazen kom zit te afwassen in de keuken. De zon schijnt, denk ik, proberend het accuraat te houden.

Ik loop terug en sta voor de camera zodat oma me goed kan zien en zwaai strak.
Oma peinst.
Ik doe mijn standaard één-twee: Hallo oma, hoe gaat het? En de uitsmijter: Heb je al gegeten?
Oma peinst. Dan na lange tijd mompelt ze richting m’n tante, ook aan tafel, aan de andere kant van het scherm. ‘Dat is de zoon van die mevrouw.’

Tante zegt, ‘Je kleinzoon. Geoff.’
M’n ma glimlacht. ‘De jongste. De oudste is naar uni.’

Oma knikt. En peinst. Dat was het voor vandaag.
Oma is dement. Op andere dagen, is ze helder en krijg ik een dikke smile en een wuif. En weet ze m’n naam. Dubbele woordscore.

Paar jaar terug wist ik al wat ik van verliezen van geheugen vond. Nu weet ik hoe ik me erbij voel. Iets meer verstand, genoeg om m’n mond te kanaliseren via m’n vingers.

Je geheugen is alles. De momenten van je leven. Net het doosje die de kaarten vasthoudt. Ik heb altijd een obsessie gehad om dingen goed te onthouden. Deels omdat ik het cool vond, deels om gelijk te krijgen. Kinderachtig.

Maar nu is het meer dan dat. Meer dan die obsessie. Ik waarborg nu ook andere mensen hun ervaringen. Vrienden, vriendinnen, familie. Ik probeer nooit iemand z’n naam te vergeten. En een persoon vergeet ik zeker nooit. Wie dan ook.

De mens ziet. En slaat op. Net een camera. Ik probeer de beste megapixel camera in m’n kop te hebben die er bestaat. Zodat ik niet vergeet.
En ik probeer te handelen, elke dag, opdat ik niet vergeten wordt.

Zolang ik niet vergeet, niet vergeten wordt dan leef ik. En hopelijk is er iemand anders net zo obsessief. Dan leef ik misschien nog langer dan ik mag hopen.