Schaatsen in de zon
Schaatsen in de zon
Ik laat schaatsen nog één keer toe in mijn gedachten.
Bizar, omdat ik nu vanwege de hoge temperatuur, in de schaduw van een grote den ben gaan zitten, schuilend voor de brandende zon en langzaam wegduttend, plots moest denken aan morgenmiddag, vrijdagmiddag en wel aan de ijsbaan in Alkmaar met mijn schaatsgroep, die allen vanwege de kou, als ik het weer in Nederland goed heb begrepen, met de pet ver over de oren, met dikke truien, warme handschoenen en overschoenen hun rondjes proberen te draaien en de ondermijnende gedachte van, waar ben ik nu toch mee bezig en waarom, met man en macht trachten te onderdrukken.
Klokslag half vijf, dat houdt ze op de been, doorzetten tot half vijf, voetballers zijn watjes, wij niet, half vijf, moet kunnen. Per rondje komen ze twee keer langs de in het middenveld staande klok en proberen niet te kijken of het al zover is. Ook niet omdat er naast de tijd, afwisselend die temperatuur wordt gepresenteerd.
Half vijf, stoplicht boven de baan springt op rood, het is dweilpauze, de speaker gelast ieder het ijs te verlaten. Schaatsen uit, snel naar boven naar de bar en eindelijk de hete bitterballen met bier en stoere verhalen, tevreden gevoel.
Het zwembadwater is hier nog niet zo warm, slechts 15° C, afzien dus.
Het is nu 11.45 uur plaatselijke Portugese tijd en dat betekent 12.45 uur in Nederland.
Eerst nog even in de zon, maar dat duurt niet lang, het is veel te warm.
Zelfs de ooievaars, die in de verte op de hoogspanningsmasten hun nesten hebben, blijven zitten waar ze zitten. Dit bij gebrek hier van mussen en daken.
Ook al omdat we gisteren behoorlijk aangebrand zijn, zitten we nu onder een grote den, zakken langzaam weg en laten de gedachten vrij spel.
Hoe kom ik toch in vredesnaam op schaatsen, als ik lig te puffen in de zon. De menselijke geest is pervers, dit is leedvermaak, het kan niet anders. Wat moet ik hiermee, zal ik ze dit vertellen of houd ik het maar bij me? Ik besluit het door te sturen, ga ze mededelen dat ik een biertje meedrink. De bitterbal hou ik wel tegoed.
Morgenmiddag om kwart voor vier neem ik hier mijn biertje, eigenlijk te vroeg, maar voor deze keer moet het maar en toost dan tegelijk met ze, ondanks dat het bij hen kwart voor vijf is.