Mijn leven is voltooid
Na mij 51e verjaardag is mijn leven voltooid. Ik heb gedaan wat ik wilde doen, gekocht wat ik wilde kopen, gezien waar ik wilde zien, gesproken wie ik wilde spreken. Natuurlijk zou ik mijn kennis en vaardigheden kunnen inzetten, maar daar is geen behoefte meer aan. Op iedere sollicitatiebrief krijg ik steevast het antwoord dat er andere kandidaten waren die het profiel beter passen. Het zet mij buiten spel. Het dwingt mij om naar mezelf en de zin van mijn bestaan te kijken.
Die vraag, naar de zin van het leven, gaat al wat langer rond. Sinds mensenheugenis. Een enkelvoudig religieus antwoord volstaat al lang niet meer. Zolang we bezig zijn en nuttig, schuiven we die vraag voor ons uit. Maar als we ziek worden, als we ernstig ziek worden, komt vroeg of laat die vraag over kwaliteit van leven. Begrijpelijk, want hoe ver moet je gaan om het leven te rekken. Hoeveel lijden weegt daar tegenop?
Dwars daar doorheen komt de vraag wanneer ons leven voltooid is. Sommige ouderen voelen zich overbodig. Ze willen niet dood, maar ze willen de mogelijkheid hebben om er zelf een einde aan te kunnen maken. Die twee vragen dansen om elkaar heen en de antwoorden ook.
Artsen kijken bij een behandeling naar de kwaliteit van leven. De afweging hoe ver je moet gaan om het leven te rekken en het lijden te verlengen, is een gerechtvaardigde vraag die zonder kostenafweging gemaakt zou moeten worden. Maar ik kan me niet los maken van de gedachte dat de vraag over een voltooid leven een andere vraag is. Zou een voltooid leven niet meer waardevol zijn?
Misschien stellen we ons de verkeerde vraag. Mijn leven is immers voltooid, maar ik waardeer het nog wel. Hoe zou het zijn wanneer we onszelf niet meer als nuttige productiemachines zien, die mee rennen in het credo van de toegevoegde waarde en de marktwerking? Zouden we dan kunnen ontdekken wat van waarde is?
Omdat ik nog zoveel zie om van te genieten en dat waardevol is, ga ik mezelf met mijn voltooide leven nog maar even niet melden bij het crematorium om milieuvriendelijk geruimd te worden. Laten we oog hebben voor wat mooi is en leren van mensen die familie en gezondheid hebben verloren. Dan kunnen we er voor elkaar zijn en ook dat maakt het leven waardevol. Zelfs voor die mensen die nog proberen nuttig te zijn.