Waarom ik campagnetijd haat

[email protected] 24 jan 2017

Als je Jesse Klaver met een hip tijdschrift onder zijn arm door de Haagse binnenstad ziet lopen of beelden van Mark Rutte ziet die onder werktijd in een koffietentje zit te schuddebuiken van het lachen weet je dat het weer zover is. Je kan dan net zo goed je televisie en krant uit het raam gooien (tenzij je die laatste hebt vervangen voor een Blendle-abonnement; gooi vooral je smartphone niet naar buiten) omdat er de komende weken toch voornamelijk gelijksoortige berichten op verschijnen. Alles staat dan in het teken van de verkiezingscampagnes, het grootste, langdurige toneelstuk waarvan de subsidie nooit zal worden stopgezet.

Het dieptepunt vond ik deze week toch wel Alexander Pechtold die in de vrieskou in de tuin van Koffietijd stond te houthakken, zijn hobby. Vermoedelijk deed hij dat om ons te laten zien dat hij een hardwerkende, vlotte man is met een hands-on-mentaliteit. Ik weet niet of dit hem stemmen moet opleveren, maar iemand die in januari op maandagochtend op hout staat te rammen vertrouw ik de leiding over dit land persoonlijk niet toe. Alle mediaoptredens komen zo ontzettend gemaakt over. Politici zijn plotseling hartstikke lollig aan de talkshowtafels en doen een extra knoopje van hun overhemd open, alsof ze in een café zitten. Van mij hoeft dat niet, sterker nog, het siert politici als ze zichzelf blijven en over feiten praten, in plaats van over dat ze heel blij zijn dat Soldaat van Oranje voor de 38e keer verlengd is.

Het vervelende is ook dat ik niets meer geloof. Als een lijsttrekker oprecht leuk en sympathiek overkomt denk ik dat het een truc is. Dat de grappen ingestuurd zijn of uit het hoofd van een gewiekste spindoctor komen. Ook ben ik bang dat de uitspraken die nu gedaan worden gebakken lucht zijn, zoals we eerder hebben gezien. Achter elke boom zie ik een vijand, en ik vraag me dan ook meteen af hoe die vijand nu écht denkt over de hypotheekrenteaftrek.

Misschien ben ik te wantrouwig en negatief, maar de campagnetijd voelt voor mij alsof ik zo’n luxe winkel binnenloop die alleen bij de ingang een mooie roltrap heeft. Nadat je betaald hebt kan je ophoepelen en zelf met de trap naar beneden lopen. Nu worden we nog aimabel en met alle egards behandeld, maar nadat we in maart onze stem hebben gegeven betwijfel ik of er nog naar ons wordt omgekeken.